De naam van zijn kleuterschool in Scheveningen was een voorteken: Het volle leven. Naast zijn werk als kaakchirurg hield Frans Willem Hogewind van wandelen, fietsen, skiën, schaatsen, zeilen, tennis en roeien,
Hogewind speelde dwarsfluit, bezocht graag concerten en musea, las veel en ‘breed’, mocht graag filosoferen, verdiepte zich in religie, verzamelde kunst, was enthousiast lid van de Rotary en van Sociëteit De Witte in Den Haag, en was bovenal een betrokken echtgenoot, vader en grootvader.
‘Frans Willem was in en in aimabel, stijlvol en zonder scherpe kantjes,’ zegt kunsthistoricus Jim van der Meer Mohr (67), die samen met hem bij De Witte in de Nederlands-Indonesische Cultuurtafel en een borreltafel zat. ‘Hij had een enorm enthousiasme voor alles wat hij aanvatte. Hoe druk hij het ook had, Frans Willem stond altijd voor iedereen klaar en bracht graag mensen met elkaar in contact.’
‘Frans Willem was energiek en positief ingesteld’
Geboren in Utrecht was Hogewind de op één na jongste van vijf kinderen. Zijn vader was directeur van de Rijkspsychologische Dienst, zijn moeder bracht hem de liefde bij voor lezen en taal. Na het gymnasium op het Haags Montessori Lyceum studeerde hij tandheelkunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zijn vrouw Ireen (73) leerde hem in 1971 kennen bij het studentencorps. ‘Frans Willem was energiek en positief ingesteld. Hij tilde mensen op met zijn vrolijkheid en was wars van patserigheid. De eerste jaren was ik zijn assistente in zijn tandartsenpraktijk in het Haagse Benoordenhout, met veel expats als patiënten. Frans Willem luisterde graag naar hun bijzondere verhalen.’ Na zijn specialisatie tot kaakchirurg werkte Hogewind in diverse ziekenhuizen.
Oud-huisarts Lex Linsen (72) raakte begin jaren tachtig bevriend met Hogewind. ‘Wat mij in hem aantrok, was zijn eigenschap om voorbij de oppervlakte te kijken, zonder oordeel. Hij zoog de wereld om zich heen op als een kind dat zich verwondert. Hij verstond de gave je te enthousiasmeren: “Kijk nou toch eens!” Het was nooit zwaar. Hij was altijd blijmoedig.’
Frits (45), oudste van de drie kinderen en zelf oogarts, omschrijft zijn vader als ‘stabiel, extravert, consciëntieus en bovenal gezegend met een vriendelijk temperament. Hij was altijd bezig met vooruitgang en zingeving.’
Muziek zag Hogewind als religie
Zijn thuisbibliotheek en uitgebreide cd-collectie gebruikte Hogewind om mensen te adviseren, te troosten of deelgenoot te maken van zijn geluksmomenten en diepe inzichten. Bij De Witte was hij enthousiast lid van twaalf tafels. Hij werd gedoopt in de Remonstrantse Kerk in Den Haag en raakte bevriend met vele dominees. Tijdens kerkdiensten en lezingen maakte hij notities in zijn dagboekje.
Muziek zag hij als religie. Hij was bestuurder van de Residentie Bachensembles, speelde tijdens kerkdiensten of bijzondere momenten, en kreeg de laatste jaren les van fluitiste Eleonore Pameijer.
Zijn houten schouw Vrouwe Ike lag in Sneek en was een andere grote liefde, net als het bos rond hun huisje bij Laren in de Achterhoek. Hogewind was altijd vroeg uit de veren en kon geëmotioneerd raken tijdens het joggen langs de hei. Niets ontsnapte aan zijn oplettende oog.
Vast adres voor de wintersport werd Zermatt in Zwitserland. Donderdag 2 maart skiede Hogewind ontspannen met Ireen en het gezin van hun jongste zoon Hans op de piste naar beneden. Plotseling verloor hij de contrôle, suisde iedereen voorbij, viel en raakte zwaargewond. De acute reanimatie en de snelle reactie van de hulpdiensten leken niet te baten. Omringd door witbesneeuwde bergtoppen steeg hij met de rode reddingshelicopter op naar de stralendblauwe hemel. De volgende dag overleed Hogewind in het kantonale ziekenhuis van Sion, omringd door zijn vrouw Ireen en hun kinderen Frits, Willemien en Hans. Hij werd 74 jaar.