Rond Pasen wordt op uiteenlopende wijzen de gang naar het kruis van Jezus zingend herdacht. ‘Zijn verhaal van zelfopoffering en lijden raakt een snaar.’
Ook in de klassieke muziek krijgen de wervende teksten een steeds overspannener karakter. Het grote bord bij de Kloosterkerk in Den Haag belooft voor een zondag in maart bijvoorbeeld heel veel. Zoals ‘een fantastische ervaring’ en ‘een eigentijdse beleving van het lijdensverhaal die tot nadenken stemt en tot diepgang leidt’. Het is reclame voor Ecce homo, een passiespel van Geert Christenhusz. De Twentse componist blijkt ook over dichterlijke kwaliteiten te beschikken. In het programmaboekje staat namelijk een poëtische ode van zijn hand aan het kerkgebouw aan het Lange Voorhout: ‘Hier buigt ook het koninklijk hoofd/ voor het goddelijk licht/ dat als in een oud-Hollands schilderij/ door de hoge ramen valt.’
Het middeleeuwse gebouw, waar leden van het Koninklijk Huis af en toe hun geloof belijden, heeft inderdaad een indrukwekkend interieur. Maar de kerkbanken blijven, ondanks de enthousiaste aanprijzingen voor de deur, bedroevend leeg. Het aantal bezoekers overtreft nauwelijks dat van het ruim twintig leden tellende Twentse Kamerkoor Mardi le Vingt, dat de zangpartijen verzorgt. Het stemmig geklede gezelschap uit Tubbergen doet niettemin erg zijn best de Duitse teksten van Gerrit Bleumink goed over het voetlicht te brengen. Tussen de liederen, van Einzug in Jerusalem tot Der Tod Jesu, klinken modern-klassieke ‘orgelmeditaties’ van Christenhusz, terwijl op een groot scherm de veertien staties worden geprojecteerd die de kruisweg van Jezus verbeelden.
De Matthäuspassion is in Nederland uitzonderlijk populair
Het is een stichtelijk, sfeervol geheel dat een weldadig contrast vormt met de door luide muziek begeleide schranspartijen buiten bij het Foodtruck Festival op het Lange Voorhout. Maar de geringe publieke belangstelling vormt niet bepaald een ondersteuning van het betoog Passie voor de passie. In dit boekje wil religiewetenschapper Ernst van den Hemel aannemelijk maken dat Nederlanders enorm warmlopen voor muzikale bewerkingen van het lijdensverhaal van Jezus. Hun populariteit zou laten zien dat zij een emotioneel register leveren dat ook werkt in een maatschappij waarin het kerkbezoek veel minder vanzelfsprekend is geworden.
De argumentatie van Van den Hemel rust vooral op twee voorbeelden. Allereerst vanzelfsprekend de interesse voor de Matthäuspassion. Nergens ter wereld wordt dit oratorium van Johann Sebastian Bach zo veel uitgevoerd als in Nederland. Rond Pasen trekken in ruim honderd kerken en concertzalen mensen drie uur uit om naar Erbarme dich, mein Gott en Wir setzen uns mit Tränen nieder te luisteren. Toonkunst Rotterdam voerde de passie in 1870 voor het eerst in Nederland op, maar het waren vooral de monumentale uitvoeringen sinds 1899 van dirigent Willem Mengelberg met het Amsterdamse Concertgebouworkest die de basis legden voor een muzikale paastraditie.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen