De Brueghels waren zowel artistiek als commercieel bijzonder invloedrijk. Dat blijkt eens te meer uit een tentoonstelling in Het Noordbrabants Museum over ‘de belangrijkste familie uit de kunstgeschiedenis’.
Niet een van de duizelingwekkende versies van De Toren van Babel, niet de typische Boerenbruiloften of een van de bonte werken over Nederlandse of Vlaamse spreekwoorden. Nee, het ultieme Brueghel-schilderij is Allegorie op de schilderkunst. Als geen ander werk vertelt het meesterstuk, dat Jan Brueghel de Jonge ergens tussen 1625 en 1630 voltooide, het verhaal van de belangrijkste familie van de westerse kunstgeschiedenis.
Want dat waren de Brueghels, zegt Nadia Groeneveld-Baadj (40). ‘Geen familie was zo lang actief, ruim anderhalve eeuw, op zo’n hoog niveau met zo veel verschillende topkunstenaars.’ Baadj is conservator oude kunst bij Het Noordbrabants Museum in Den Bosch, waar vanaf 30 september de tentoonstelling Brueghel: de familiereünie te zien is.
Allegorie op de schilderkunst is een tentoonstelling in zichzelf, zegt Baadj. Centraal op het schilderij zit een schilderende vrouw die pictura (de schilderkunst) belichaamt. Om haar heen etaleert een enorme uitstalling aan portretten, schilderijen en relikwieën de artistieke rijkdom van de Brueghels. Met dergelijke verwijzingen plaatst de Brabantse kunstenaarsfamilie zich in het pantheon van grootheden als Michelangelo en Albrecht Dürer. Tegelijk is Allegorie op de schilderkunst een galerij, een uitstalling van hetgeen de zelfbewuste Brueghels zelf zoal produceerden.
Familie verrijkte de kunstwereld met innovaties
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen