Voor Elsevier en Het Parool versloeg Bert Bommels ruim veertig jaar rampen, ontvoeringen, de krakersrellen en spectaculaire moorden. De politie en het leger volgde hij op de voet.
Hij had een scherp oog voor veranderend Nederland. De ingrijpende gevolgen van de instroom van immigranten zag hij in zijn eigen Amsterdam-Noord. Hij maakte zich zorgen over de toenemende armoede. Als verslaggever reisde Bommels graag naar de Antillen en Suriname, waar hij Desi Bouterse interviewde. En hij schreef over de VN-vredesmissies in onder meer voormalig-Joegoslavië. Zijn boeken over de politie – Het Blauwe Leger (1981) en De politie in Nederland (2003) – kende iedere agent.
‘Bert was een verslaggever pur sang,’ zegt Volkskrant-journalist Remco Meijer (61), vanaf 1987 collega bij Elsevier. ‘De eerste jaren was hij mijn leermeester: hoe bouw je een netwerk op? Op recepties verzamelde Bert visitekaartjes en vroeg hij de privénummers van bronnen. Hij had een sterk gevoel voor in zijn ogen vitale instituties als de politie en de krijgsmacht. Bert was een vrolijke man, maar ook nerveus. Als hij lange stukken moest schrijven, kon hij weleens vastlopen. Hij was zich zeer bewust van zijn eenvoudige komaf.’
Vader was een dronkaard
Bert Christiaan Bommels werd op 12 januari 1939 geboren in de Westerstraat, hartje Jordaan. Hij had één ouder broertje. Zijn vader was een dronkaard. Als jochie van zeven verhuisde Bert met zijn moeder naar Amsterdam-Oost. Zij hertrouwde en kreeg nog een dochter, Hanna.
‘Een lieve broer die mijn blik verruimde,’ zegt Hanna Piqué (78). ‘Hij nam mij mee naar de bibliotheek en later op reportage. Als eerste van onze arbeidersfamilie ging Bert naar de hbs. In de tweede klas maakte hij met een vriendje een eigen krant: Elck Wat Wils.’ Hij had Simon Carmiggelt gestrikt voor het voorwoord. De later bekende journalist Martin van Amerongen was redacteur.
Na zijn diensttijd kwam Bommels in 1960 bij Het Parool. Hij had primeurs over de corruptie binnen de Amsterdamse politie eind jaren zeventig en over de Heineken-ontvoering in 1983.
Een groot gevoel voor rechtvaardigheid
‘Bert Bommels was een scherpzinnige misdaadverslaggever die meestal recht op zijn doel afging,’ zegt oud-commissaris Kees Sietsma (78). ‘De meeste indruk maakte hij toen hij de politie in 1978 verraste met zijn artikelen over “het doodzieke korps van Amsterdam”. Aanvankelijk was zijn bijdrage voor ons een hete aardappel die in de weg zat. Maar weldra werd die een doorslaggevende “binnenspiegel” waarin wij de misstanden konden zien die zich in ons korps voordeden. Precies zoals hij het ook wilde, omdat deze spiegel ons ook weer de juiste weg wees.’
Vanuit Bommels’ socialistische en Sietsma’s calvinistische achtergrond deelden zij een groot gevoel voor rechtvaardigheid. ‘Wij daagden elkaar graag uit, waarbij zijn zelfspot aanstekelijk werkte. Zijn maatschappelijke kijk op onze samenleving, doorspekt met de uitwisseling over de dagelijkse gebeurtenissen, was verkwikkend.’
Het gezinsleven gaf soms veel zorgen
Met zijn pijp en vest was Bommels voor jongere collega’s een vaderlijke figuur. Met zijn vrouw Coby adopteerde hij Erik uit een Nederlands tehuis en Ilse uit Bangladesh, vóór onverwachts Remke werd geboren. ‘Hij werkte hard en bleef het jongetje uit een minder milieu dat zich moest bewijzen,’ zegt Remke (44). ‘Thuis was hij de allerliefste vader en later opa. Op feestjes trad hij op als goochelaar, hij ging mee op kamp, vertelde verhalen en maakte de mooiste surprises. In de vakantie reisden we met de vouwwagen door Europa.’
Het gezinsleven gaf soms veel zorgen. ‘Tot zijn grote verdriet overleed Erik acht jaar geleden. Toen mijn moeder twee jaar geleden stierf, kon hij moeilijk alleen zijn en werd vergeetachtig.’ Hij werd opgenomen in een ouderenkliniek in Amstelveen. Ook daar las hij Het Parool met de schaar in de hand en maakte hij mapjes. Woensdag 21 februari overleed Bert Bommels in het ziekenhuis, 85 jaar oud.