Oppenheimer: Nederland en filmwereld mogen blij zijn met succes

Oppenheimer is een van de grote favorieten bij de Oscars

De atoombom van Robert Oppenheimer bleek een zegen voor de mensheid. En met de zeven Oscars voor het, door een Nederlander mooi in beeld gebrachte, portret van de natuurkundige is gelukkig weer eens een echte publieksfilm bekroond.

Oppenheimer laat een fragment zien waarin de hoofdpersoon tijdens zijn periode aan de universiteit van Leiden enige woorden in de taal van het gastland spreekt. Voor Nederlandse kijkers was het een grote teleurstelling. Maar hoewel minister Robbert Dijkgraaf (D66) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij de film betrokken was, valt zonder ondertiteling geen touw vast te knopen aan wat de natuurkundige brabbelt. Het lijkt in elk geval niet erg op Nederlands.

Gelukkig is er nu wel reden voor nationale trots. Hoyte van Hoytema mocht zondagnacht 10 maart een Oscar in ontvangst nemen voor zijn camerawerk voor Oppenheimer. De cinematograaf had er verstandig aan gedaan thuis te oefenen op zijn dankwoord, dat er nogal hakkelend uitkwam. Maar het is mooi dat iemand die twee keer werd afgewezen door de Filmacademie in Amsterdam, de moed niet heeft opgegeven en in het buitenland nu een grootheid is.

Artistiekerige en politiek correcte films kregen de overhand

Voor de filmwereld kan de triomftocht van de, met zeven beeldjes beloonde, film van Christopher Nolan tijdens het Oscargala gerust een zegen worden genoemd. Eindelijk won weer eens een publieksfilm, een film die niet alleen werd geprezen door recensenten, maar ook werd omarmd door een groot publiek. Vroeger was dat heel normaal. De grote winnaars van weleer, van Ben-Hur tot Dances with Wolves, van West Side Story tot Titanic, spraken tot veler verbeelding. Ze maakten een onvergetelijke indruk en boeien nog steeds als ze weer eens op televisie worden vertoond.

Maar wie herinnert zich nog Nomadland, CODA en Everything Everywhere All at Once, die dit decennium een Academy Award toebedeeld kregen? Helemaal dramatisch was in 2012 de bekroning van het artistiekerige The Artist, een stomme (dat wil zeggen: zonder gesproken woord) Franse film waarvoor alleen leden van de VPRO warmliepen. Geen wonder dat de kijkcijfers voor de uitreiking van de Oscars flink zijn afgenomen.

Politieke factoren speelden daarbij een rol. Allerlei artistiek irrelevante criteria, zoals inclusiviteit, werden geïntroduceerd. Zo moesten meer Aziaten en mensen met een donkere huidskleur een beeldje krijgen. Voor het wegnemen van vooroordelen was het wel jammer dat de laatste zwarte acteur die een Oscar won, Will Smith, twee jaar geleden het podium meende op te moeten stormen om de presentator een dreun te verkopen.

Oppenheimer droeg bij aan behoud van vrede

Bij de Oscaruitreiking afgelopen zondag bleek overigens weer sprake van een ernstig misverstand over de gevolgen van de inspanningen van Robert Oppenheimer (1904-1967). In zijn lofrede op Oscarwinnaar Cillian Murphy, die de natuurkundige knap gestalte geeft, merkte Sir Ben Kingsley op dat Oppenheimer ‘iets onmenselijks’ had geschapen.

Maar dat is natuurlijk niet zo. De Nederlanders in de jappenkampen waren in 1945 erg blij met de uitvinding van de atoombom, die een gruwelijke oorlog sterk bekortte. En de decennia daarna zagen grootmachten als de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie zich gedwongen tot militaire zelfbeheersing. Nucleaire wapens hebben een grote bijdrage geleverd aan het behoud van vrede.