Prinsjesdag, een dag met elk jaar dezelfde rituelen: de Gouden Koets, de hoedenparade en de traditionele balkonscène op Paleis Noordeinde, waarbij de Koning en zijn vrouw, koningin Máxima, worden toegejuicht door enthousiaste toeschouwers.
Het is de opening van het nieuwe werkjaar van de Staten-Generaal. Koning Willem-Alexander spreekt dinsdag de Troonrede uit en het kabinet presenteert de Miljoenennota aan de Tweede Kamer. Elsevier zet vier vragen en antwoorden over de geschiedenis van Prinsjesdag op een rij.
1. Waar komt de naam Prinsjesdag vandaan?
De benaming ‘Prinsjesdag’ werd al in de 18e en 19e eeuw gebruikt voor de viering van de verjaardag van stadhouder prins Willem V (1748-1806). In die tijd was Prinsjesdag een van de populairste volksfeesten in Nederland. Burgers wilden met de feestdag hun Oranjegezindheid laten zien.
In de tweede helft van de 19e eeuw, nadat in 1815 het Koninkrijk der Nederlanden was uitgeroepen, werd de naam aangewend voor de feestelijke opening van de zitting van de Staten-Generaal (de Eerste en Tweede Kamer).
Het huidige karakter van Prinsjesdag werd gevormd in de 20ste eeuw. Dat we vandaag zouden vieren dat Prinsjesdag 200 jaar oud is, is dus niet juist. we ‘vieren’ wel dat de Troonrede in 1814 voor de eerste keer werd uitgesproken. De Troonrede is de aanzet tot het begin van het nieuwe parlementaire jaar.
2. De Troonrede: altijd op dinsdag?
Nee. In eerste instantie, in de eerste helft van de 19e eeuw, was de opening van de zitting van de Staten-Generaal op de eerste maandag van november, later verschoof die naar de derde maandag in oktober. Maar in 1848 werd de openingsdatum met een maand vervroegd, omdat de Kamer meer tijd wilde hebben om de jaarlijkse begroting te behandelen. Die moest namelijk voor 1 januari zijn afgerond.
Uiteindelijk kwam ook de maandag te vervallen. Kamerleden uit afgelegen delen van het land hadden moeite om op tijd in Den Haag te zijn. Reizen op zondag was vanwege de zondagsrust geen optie. Daarom werd bij de grondwetswijziging in 1887 de maandag vervangen door de dinsdag.
3. Verloopt Prinsjesdag altijd volgens plan?
In 2001 viel Prinsjesdag precies een week na de terreuraanslagen op 11 september in de Verenigde Staten. Dat deed het kabinet ertoe besluiten tijdens de rijtoer met de Gouden Koets geen muziek te spelen.
Het rijtuig, met daarin de toenmalige koningin Beatrix, stond bij het passeren van de Amerikaanse ambassade aan het Lange Voorhout even stil om de aanslagen te herdenken. De fractievoorzitters verzochten de vrouwelijke Kamerleden al te uitbundige hoeden thuis te laten.
Ook in 1974 werd het karakter van Prinsjesdag aangepast. De reden was ook toen terreur: Japanse terroristen hielden een paar dagen voor Prinsjesdag de Franse ambassade in Den Haag bezet. De Gouden Koets reed dat jaar niet uit, omdat de route traditioneel langs de Franse ambassade loopt.
4. Wat is de rol van het staatshoofd?
Veel mensen denken dat de Koning zelf de tekst van de Troonrede schrijft. Maar dat is niet waar: het kabinet zet de woorden op papier en de vorst spreekt ze uit, omringd door de leden van zijn regering. Een persoonlijke, niet-politieke noot van de Koning in het verhaal is toegestaan.
In de geschiedenis van de Troonrede is het voorgekomen dat een minister of de minister-president de taak van het staatshoofd overnam. Zo was in 1889 en 1890 koning Willem III ziek en in 1909 was koningin Wilhelmina in verwachting van haar kind, prinses Juliana.
In 1911 wilde Wilhelmina niet komen, omdat zij de herbenoeming van de Tweede Kamervoorzitter Frederik graaf van Bylandt niet zag zitten. Hij kon geen voldoende weerstand bieden tegen de provocerende socialisten in de Tweede Kamer. De laatste keer dat de Troonrede werd uitgesproken door de minister-president was in 1947 – koningin Wilhelmina was toen verhinderd door ziekte.