De conclusies over verzinsels van Trouw-journalist Ramesar

'ANP'

De externe commissie die onderzoek deed naar de verhalen van Trouw-journalist Perdiep Ramesar heeft zaterdag het rapport openbaar gemaakt. De conclusies liegen er niet om: het dagblad trekt 126 artikelen in die door Ramesar zijn geschreven.

De onafhankelijke commissie concludeert dat Ramesar, die van mei 2007 tot november in dienst was bij Trouw, een ‘onverklaarbaar groot aantal niet-traceerbare bronnen’ heeft gebruikt. Wat zijn de belangrijkste conclusies uit het rapport (pdf)?

1. Bronnen die niet bestaan

Ramesar heeft in zijn stukken personen opgevoerd en geciteerd die niet blijken te bestaan. De commissie spreekt van een ‘journalistieke doodzonde’.

2. Anonieme bronnen

De journalist  maakte ook vaak gebruik van anonieme bronnen, iets wat journalisten wel vaker doen als dat de enige mogelijkheid is om een verhaal gepubliceerd te krijgen. Het is gebruikelijk dat de bron wel bekend is bij de chef of de hoofdredactie.

De onderzoekerscommissie kan niet nagaan of al die anonieme bronnen wel echt bestaan. ‘De enige die daar opheldering over kan geven, de auteur van het stuk zelf, heeft daar geen antwoord op gegeven,’ zegt Egbert Myjer, oud-rechter van het Europees Hof en vicevoorzitter van de Raad  voor de Journalistiek zaterdag in Trouw. Ramesar wilde niet meewerken aan het rapport en heeft niet gereageerd.

3. Cultuur

Hoewel Ramesar de enige echte schuldige is in dit verhaal, heeft de cultuur op de Trouw-redactie wel een context gecreëerd waarin zijn gedrag kon ‘floreren’, zegt Jeroen Smit, hoogleraar Journalistiek.

‘Het controlemechanisme werkte niet goed, er is onvoldoende aandacht geweest voor het primaire journalistieke proces. Signalen over zorgen binnen de redactie die doorkwamen bij de hoofdredactie zijn niet goed opgepakt.’

4. Begeleiding

Volgens de onderzoekers heeft de begeleiding van leidinggevenden binnen Trouw tekortgeschoten. ‘De begeleiding van de na verloop van tijd op afstand functionerende Ramesar op zijn eenmanspost in Den Haag was onvoldoende,’ staat in het rapport.

In 2009 werd Ramesar wel door chefs op de redactie gewezen op slordig brongebruik.

5. Voorbeelden

Het veelbesproken verhaal van Ramesar over de ‘sharia-driehoek‘, waar radicale moslims de dienst zouden uitmaken, in de Haagse Schilderswijk (mei 2013) deed  veel stof opwaaien. Maar over dit verhaal is sterke twijfel bij de commissie. In het artikel staan veel gefingeerde en niet-traceerbare bronnen.

Ook een verhaal over een moslima die naar Syrië was afgereisd, dat in maart werd gepubliceerd, blijkt te zijn verzonnen. Net als een artikel uit 2011 over een prostituee die haar nier wilde geven om te worden herenigd met haar dochter. De vrouw is niet te  traceren.