Alweer een boek over Jeanne d’Arc. Waarom blijft de Franse heilige zoveel kunstenaars en wetenschappers bezighouden?
Het komt niet vaak voor dat heiligen onderwerp worden van politieke discussies. Maar Jeanne d’Arc (1412-1431) heeft voor de Fransen zo’n bijzondere status dat partijen haar maar al te graag annexeren. In 2012 ging de toenmalige Franse president Nicolas Sarkozy bijvoorbeeld naar haar geboortehuis in Domrémy-la-Pucelle in de Vogezen om nog eens duidelijk te maken dat de Maagd van Orléans, zoals haar bijnaam luidt, alle deugden belichaamde die hij waardevol achtte.
Sarkozy probeerde daarmee Jeanne te bevrijden uit de omhelzing van zijn concurrent Marine Le Pen. Haar partij, het Front National, lanceerde in 1988 een jaarlijkse feestdag voor de militante landgenote die, zo luidt de rechtse redenering, in haar tijd al voorbeeldig strijd leverde tegen vreemde indringers.
Maar het zijn niet alleen conservatieve, nationalistische politici die dwepen met Jeanne. Voor gelovigen is zij een dienares van God en een martelares, voor feministen een inspirerend vrouwelijk boegbeeld, voor socialisten en communisten een eenvoudig boerenmeisje met een sterke binding met het gewone volk. Zowat iedere Fransman lijkt affiniteit met haar te voelen, veel Fransen hebben geprobeerd haar voor hun karretje te spannen.
Fictie
Dat Jeanne eeuwig blijft fascineren, blijkt uit de grote aandacht voor haar van wetenschappers en kunstenaars. Ze dook op in toneelstukken van William Shakespeare, Friedrich Schiller, George Bernard Shaw en Bertolt Brecht, in films van Otto Preminger, Roberto Rossellini en Robert Bresson, in opera’s, popsongs en computergames.
De visies in de diverse cultuuruitingen lopen sterk uiteen. Zo dreef de Fransman Voltaire in een gedicht de spot met Jeanne, terwijl de Amerikaan Mark Twain haar in een roman bewierookte.
Historici hebben geprobeerd fictie van feiten te scheiden, wat geen eenvoudige opgave is in dit legendarische verhaal. Zo is duidelijk dat Jeanne een belangrijke rol speelde in de strijd tegen de Engelsen. Haar bijnaam dankt ze aan het breken van het beleg van Orléans (1418/19), een cruciale veldslag in de Honderdjarige Oorlog. Maar over de mate waarin Jeanne was betrokken bij militaire operaties, wordt nog steeds gediscussieerd.
Stoornis
Religieus gevoelig blijft de inspiratiebron van Jeanne. Zij beweerde stemmen te horen. Dit klinkt gelovigen wellicht plausibel in de oren, maar voor moderne geesten is dit een reden om iemand onder psychiatrische behandeling te stellen. Vaak is dan ook betoogd dat de heilige leed aan een geestelijke stoornis, zoals schizofrenie.
Gezien de stroom van publicaties lijkt een nieuwe biografie nogal overbodig. Maar Jeanne d’Arc (uitgeverij Historisch Nieuwsblad) van de Amerikaanse historicus Larissa Juliet Taylor is toch een aanwinst als nuchtere poging op een rijtje te zetten wat we nu eigenlijk weten over het vrome plattelandsmeisje dat uitgroeide tot succesvolle legeraanvoerder.
Taylor portretteert Jeanne als een menselijke jonge vrouw die enorm sterk geloofde in Frankrijk en in zichzelf. Zozeer zelfs dat ze overmoedig werd en haar vijanden de gelegenheid bood haar naar de brandstapel te voeren. Maar zeker gezien haar jeugd, sekse en achtergrond had Jeanne d’Arc als militair toen al ongelooflijke prestaties geleverd. Al dan niet met de hulp van God.