Plus: Fassbender fantastisch als zonderling genie, en Arabieren gezien door kinderogen.
Fassbender is fantastisch als zonderling genie.
Tragisch-komische mockumentary over roem
Zanger Frank is aanjager van de hoogst experimentele band The Soronprfbs. Zoals hun onuitspreekbare naam al doet vermoeden, bewegen ze zich binnen de geïmproviseerde muziek.
Omwille van zijn contactgestoordheid draagt Frank een levensgroot stripfiguurhoofd. Het komt zijn cultkwaliteit alleen maar ten goede. Dikwijls zijn er artistieke meningsverschillen.
Dat schept ruimte voor de ambitieuze Jon Burroughs (Domhnall Gleeson) die zomaar wordt aangesteld als nieuwe toetsenman:
we volgen deze mockumentary door zijn ogen. Frank mag hem graag, en Jon ruikt een kans op eeuwige roem.
Dat loopt even anders, maar intussen krijgen we wel een geestig verslag van binnenuit, met tragische kanten zelfs. Het personage Frank is gebaseerd op de Britse komiek Chris Sievey (1955-2010) die er als ‘Frank Sidebottom’ een soortgelijke act op nahield. En wie is de acteur onder het masker? Dat is Michael Fassbender. En hij doet het fantastisch. (Rob van Scheers)
Voetbalclub als prestigeproject
Cynisch beeld voetbalmaffiosi
Voetballiefhebbers worden niet vrolijk van de Slag om de skyboxen van Tom Knipping en Iwan van Duren. Na eerder in matchfixing te zijn gedoken, richten de journalisten hun pijlen op de Russische miljardairs die de voetbalclubs overnemen.
Het boek schetst een cynisch beeld van onverschillige wodka-criminelen voor wie een club niet meer is dan een witwasmachine, een prestigeproject of ordinair tijdverdrijf. Rond deze voetbalmaffiosi zwermen figuren die via schijnconstructies in belastingparadijzen hun graantje meepikken.
Jammer dat de auteurs nergens echt tot de kern van deze constructies doordringen. Maar de tragikomische anekdotes over met geld strooiende Russen zijn veelzeggend. (Servaas van der Laan)
Arabieren door kinderogen
Vloeiend getekend
Riad is een aandoenlijk blond jongetje, kind van een Franse moeder en Syrische vader. Als zijn vader is afgestudeerd, verhuist het gezin van Parijs naar Libië en later naar Syrië. In vloeiende tekeningen met een enkel kleuraccent grijpt Riad Sattouf, die geregeld bijdroeg aan het satirische tijdschrift Charlie Hebdo, terug op zijn herinneringen aan het Midden-Oosten van begin jaren tachtig.
We zien kapotte huizen en taxi’s met gaten in de bodem. Syrische jongetjes spelen met pistolen en stokken, en gebruiken een zwerfhondje als voetbal. Riads vader praat alle ellende goed, terwijl zijn moeder in een onderdanige positie wordt gedrukt. Hun opvattingen botsen.
Voor een westerling is aarden in Syrië onmogelijk, het jongetje symboliseert de kloof. Schrijnend verhaal, grappig opgetekend. Terecht bekroond als beste album op het stripfestival in Angoulême. (Peter ter Mors)
Elsevier nummer 15, 11 april 2015