De achterban van Christenen voor Israël is divers: van orthodox protestant tot evangelisch. Een paar procent is katholiek. Niet iedereen begrijpt de doelstellingen van de in Nijkerk gevestigde stichting.
Het is misschien wel het meest gefotografeerde busstation ter wereld. Massa’s toeristen uit de hele wereld betreden dagelijks de verhoging in de Graftuin buiten de oude poorten van Jeruzalem om met hun camera de plek vast te leggen waar Jezus zou zijn gekruisigd.
Soms tonen ze zich wat teleurgesteld als ze slechts stoffige bussen waarnemen. Toch maken ze maar foto’s nadat de gids tekst en uitleg heeft verschaft.
‘De vorige keer hadden we een gids die zeker meende te weten dat de Heere Jezus hier is gestorven en begraven,’ zegt Henk Poot. ‘Zelf laat ik de mensen liever ruimte voor hun eigen interpretatie.’ De dominee begeleidt deze dagen een gezelschap van Christenen voor Israël tijdens een reis door het Heilige Land.
Hij geeft, met de Bijbel onder de arm, informatie over de religieuze achtergrond van de bezochte plaatsen en gaat voor in het gebed en het gezang. Zo kan het gebeuren dat vanochtend in het hartje van Jeruzalem het bekende lied Eens als de bazuinen klinken uit zo’n dertig kelen opstijgt.
Bijzondere waardering
De achterban van Christenen voor Israël is divers, vertelt Poot, van orthodox protestant tot evangelisch. Een paar procent is katholiek. De zakenman die in 1980 de organisatie oprichtte, kwam uit de Katholiek Apostolische Kerk. Karel van Oordt (1928-2013) was ervan overtuigd dat het Joodse volk de oogappel is van God en daarom bijzondere waardering en steun verdient.
De in Nijkerk gevestigde stichting probeert op alle mogelijke manieren Israël te steunen. Door gebed, door het organiseren van solidariteitsreizen, door de komst van Joden naar Israël te stimuleren, door te protesteren tegen antisemitisme en pro-Palestijnse propaganda, door goede doelen te steunen.
Zo is de opvallende Montefioremolen in Jeruzalem gerestaureerd met financiële steun van de Nederlandse christenen. En vanmiddag wordt de lunch genoten in de gaarkeuken van Hineni, een opvangcentrum dat eveneens geld heeft mogen ontvangen uit Nijkerk.
Eigen golflengte
Niet iedereen begrijpt de doelstellingen van Christenen voor Israël, zegt Poot. ‘Mensen denken vaak dat we willen evangeliseren. Dat is zeker niet onze bedoeling. Dat zou ook niet worden geaccepteerd door onze Joodse gesprekspartners. Wij richten ons vooral tot de eigen kerken, om ze te overtuigen van de grote waarde van het Joodse volk en de staat Israël.’
Henk Poot staat bekend als de ‘Israël-dominee’. De predikant is in dienst van Christenen voor Israël en draagt zijn visie uit in tal van lezingen, artikelen en boeken. Zelf lijkt hij niet echt in vervoering te raken bij het aanschouwen van de heilige plekken in Jeruzalem.
‘Ach, iedereen heeft zijn eigen golflengte,’ legt hij glimlachend uit. ‘Ik kan jaloers zijn op mystici, maar ik ben zelf meer een denker.’
Ds. Poot is ervan overtuigd dat de chaos in het Midden-Oosten nu te maken heeft met de vijandige bejegening van het Joodse volk.
Maar hij waakt ervoor steeds parallellen te trekken tussen de actualiteit en de Heilige Schrift. ‘Je hebt christenen die een nieuwsbericht over Damascus meteen koppelen aan een passage uit de Bijbel. Maar je moet je hand niet overspelen. Wel is alles uiteindelijk natuurlijk gerelateerd aan de menswording van Christus. Er is eigenlijk maar één geschiedenis, zeg ik weleens. En dat is heilsgeschiedenis.’
Elsevier nummer 23, 6 juni 2015