Luchtige speelfilm De Surprise markeert de terugkeer van regisseur die na Oscar-winst geen film meer maakte.
Nadat Mike van Diem met Karakter in 1998 een Oscar voor ‘beste buitenlandse film’ won, leek de regisseur van de aardbodem verdwenen. Hij stapte uit diverse Hollywood-producties waarvoor hij was gevraagd. Kenners maakten zich al zorgen of hij nog zou weten te ontsnappen aan de reclamefilms waarmee hij sinds Karakter de schoorsteen liet roken.
Goed nieuws dus, dat hij nu De surprise presenteert. Deze romantische komedie is gebaseerd op een kort verhaal van de (ook al bijna vergeten) magisch-realistische schrijver Belcampo.
In artdirection en montage zoekt de film naar een Roman Holiday-gevoel uit de jaren vijftig: Audrey Hepburn ontmoet Gregory Peck. Nu is Georgina Verbaan (Anne) geen Hepburn, en Jeroen van Koningsbrugge (Jacob) geen Peck, maar we vatten het idee. Voor alles spreekt uit De surprise een liefde voor film, échte cinema – geen tv-soap. Van Diem wordt daarin gesteund door zijn Karakter-cameraman Rogier Stoffers, al even perfectionistisch. Geen wonder dat het budget van 4,5 miljoen euro naar boven moest worden bijgesteld.
Het verhaal draait om de in het leven teleurgestelde jonge miljonair Jacob, die bij een gespecialiseerd bedrijf zijn eigen ondergang bestelt. Juist dan raakt hij voor het eerst van zijn leven verliefd. Op Anne, niet minder gebutst. Ook zij heeft zo’n regeling getroffen, maar nu ze elkaar hebben, willen ze af van dat contract. En dat gaat natuurlijk zomaar niet.
Licht amusement, de film kent zijn momenten. Uiteindelijk denk je toch ook: een tikkeltje té braaf.
Elsevier nummer 21, 23 mei 2015