In de vierde eeuw beleefde het christendom een spectaculaire doorbraak, vooral dankzij Constantijn de Grote. De Nieuwe Kerk in Amsterdam belicht de zeer belangrijke erfenis van deze gelovige Romeinse keizer.
Een kleine tien jaar geleden was het even een amoureuze rage. Verliefde stelletjes trokken naar de Ponte Milvio om hun liefde te bekrachtigen. Zij bevestigden een slotje aan een van de lantaarnpalen op de Romeinse brug en wierpen het sleuteltje vervolgens in de rivier de Tiber. Totdat de brug onder de last dreigde te bezwijken en de lokale autoriteiten ingrepen.
Maar Eric Moormann besteedt geen aandacht aan deze romantische flauwekul. De hoogleraar klassieke archeologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen weidt aan de voet van de brug liever uit over een van de belangrijkste veldslagen uit de geschiedenis. Op 28 oktober 312 versloeg de Romein Constantijn op de Pons Milvius een grote concurrent in de strijd om de macht in Rome, Maxentius.
Aan de vooravond van het treffen zou hem in een visioen een stralend kruis zijn verschenen met de woorden In hoc signo vinces (In dit teken zult gij overwinnen). Vervolgens liet hij op het keizerlijk vaandel het christogram XP toevoegen, dat hem in elk geval geen ongeluk bracht.
Droom
Moormann (60) vertelt het smeuïge verhaal met een stem die klinkt als een klok. Het is dat zijn roze tuinbroek deze ochtend in de warme Romeinse najaarszon enigszins afbreuk doet aan zijn waardigheid, maar verder heeft hij absoluut de professorale uitstraling van een geleerde die graag zijn enorme kennis van de klassieke oudheid overdraagt.
Deze dagen zijn het enkele journalisten die mogen profiteren van zijn inzichten. Zij worden rondgeleid langs bijzondere monumenten die herinneren aan de grote invloed van de tot het christendom bekeerde keizer Constantijn.
Zoals de Boog van Constantijn, vlak bij het fameuze Colosseum, een 21 meter hoge triomfboog van marmer en baksteen die in tweeënhalf jaar werd opgericht na de overwinning op Maxentius.
In de tekst op het monument komt de naam van de overwonnene niet voor. Maxentius wordt een ‘usurpator’ genoemd, legt Moormann uit, omdat hij zich het keizerschap ten onrechte zou hebben toegeëigend.
Over het waarheidsgehalte van de droom van Constantijn voorafgaand aan zijn triomf doet Moormann liever geen uitspraken. Daarvoor is hij te veel een man van de wetenschap. Waarom, wanneer en hoe precies Constantijn voor het christendom koos, valt volgens hem ook moeilijk vast te stellen. Het wordt al snel een kwestie van speculeren.
Maar het staat vast dat Constantijn (circa 280-337) veel heeft betekend voor de ontwikkeling van het christendom. Hij vaardigde een jaar na de Slag bij de Milvische Brug met medekeizer Licinius het Edict van Milaan uit, dat Romeinse burgers vrijheid van godsdienst schonk.
Dit betekende het einde van de gruwelijke vervolgingen waaraan christenen eeuwenlang hadden blootgestaan. Verder benoemde Constantijn christenen op hoge functies, verleende de geestelijke stand privileges, steunde de kerk financieel, promoveerde verordeningen van bisschoppen tot wetten en stichtte diverse kerken.
Zo beleefde het christendom in korte tijd een doorbraak. Geen wonder dat Constantijn, die de glorie van het kruis uitdroeg, in christelijke ogen de toevoeging ‘de Grote’ verdient.
Necropolis
Eric Moormann raakt even opgewonden van oudheden als een modale man van een passeerbeweging van Lionel Messi. Helemaal lyrisch wordt hij naar eigen zeggen als hij ergens diep onder de grond een fraai metselwerk uit de tweede eeuw ontdekt. Maar in zijn kunstzinnig enthousiasme wordt hij nog bijna overtroffen door een collega van de Radboud Universiteit.
Sible de Blaauw, hoogleraar vroegchristelijke kunst en architectuur, leeft in het bijzonder op als hij in heel oude kerken mag rondwandelen. Aan zijn gastcolleges in situ weet hij zo moeilijk een eind te breien dat het geen verwondering wekt dat zijn proefschrift ruim 900 bladzijden telt.
Als zijn gehoor al in gedachten bij de in het vooruitzicht gestelde espresso en cappuccino verkeert, roept hij vaak: ‘Nog een klein dingetje!’, om vervolgens uitvoerig de aandacht te vestigen op een of ander kerkelijk ornament.
Vanmiddag vertelt De Blaauw (64) veel wetenswaardigs over een van de prachtige kerken waar hij promotieonderzoek deed. San Giovanni in Laterano is het oudste kerkgebouw in Rome dat nog steeds in functie is.
Vroeger vervulde het als pauselijke residentie ongeveer dezelfde functie als de Sint-Pieter nu. De stichter was in 313 niemand minder dan Constantijn, die de kerk liet verrijzen op de plaats waar daarvoor de kazernes van zijn tegenstander Maxentius hadden gestaan.
Constantijn was eveneens verantwoordelijk voor de bouw van de Oude Sint-Pietersbasiliek. Daaronder bevindt zich de necropolis, de stad van de doden, een fascinerend complex van donkere, vochtige gangen met bijzondere mozaïeken en oude graven van christenen, waaronder volgens het Vaticaan dat van Petrus.
In 1940 werd bij werkzaamheden een kistje met beenderen ontdekt dat de resten zou bevatten van de eerste paus. Wetenschapper De Blaauw gelooft niet in de authenticiteit van het graf. Na zijn dood aan het kruis heeft Petrus hoogstwaarschijnlijk geen mooie rustplaats gekregen. Dat was niet weggelegd voor de vervolgde en vermoorde christenen in het heidense tijdperk voor Constantijn.
Pronkstuk
Dat de twee bevriende Nijmeegse hoogleraren tijdens hun talrijke onderzoekingen in Italië vloeiend de lokale taal hebben leren spreken, bewijzen ze op een persconferentie in de reusachtige Vaticaanse Musea.
Ze zijn namelijk in Rome met een missie. Zij willen belangstelling wekken voor de expositie Rome. De droom van keizer Constantijn die vanaf dit weekend is te zien in De Nieuwe Kerk in Amsterdam. Moormann en De Blaauw fungeren als gastconservatoren en hebben samen de catalogus over de bijzondere tentoongestelde kunstschatten uit Rome geschreven.
Van de massaal opgekomen Italiaanse journalisten stelt er slechts eentje een vraag. Hoe moet het met de Goede Herder? De laatste keer dat het befaamde beeld werd uitgeleend, brak het ten gevolge van een aardbeving in Mexico. Zijn er geen zorgen over de reis naar Amsterdam? De heren achter de tafel doen hun best duidelijk te maken dat dit pronkstuk van het Vaticaanse Museo Pio Cristiano ook in Nederland echt in goede handen is.
Het is in elk geval heel mooi dat het de eerste maand van de expositie in De Nieuwe Kerk te bewonderen valt, want het vormt een illustratie van de vervlechting van antieke en christelijke kunst. De man met het schaap op zijn schouders was een geliefde figuur bij de Grieken en Romeinen. Maar in de verbeelding van christelijke kunstenaars werd hij het symbool van de goddelijke zachtmoedigheid van Christus.
Het christendom is een unieke godsdienst die zeer wezenlijk afweek van het klassieke heidendom. De Romeinen begrepen bijvoorbeeld niets van de verering door christenen van een vredelievende man die vrijwillig de marteldood onderging.
Maar elke speurtocht naar de betekenis van Constantijn de Grote maakt al snel duidelijk dat het spectaculaire succes van het christendom mede te danken was aan het dankbaar en handig gebruikmaken van de religieuze en artistieke tradities van de heidenen.
Elsevier nummer 40, 3 oktober 2015