Een reconstructie van het foutenfestival rond Rembrandts

'ANP'

Na een voortdurende soap is Nederland erin geslaagd om één van de twee Rembrandtschilderijen te kopen. Wat is er precies gebeurd?

Het verhaal begint met de Fransman Éric de Rothschild die twee huwelijksportretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit, gemaakt door de Nederlandse schilder Rembrandt van Rijn, wilde verkopen. Voor het Rijksmuseum zouden de schilderijen een prachtige aanwinst zijn, helemaal omdat Rembrandts beroemdste werk ‘De Nachtwacht’ daar al aan de muur hangt. Er zat wel een prijskaartje aan: de doeken kosten 80 miljoen euro per stuk.

Zomerafspraken

Franse musea waren niet in staat om de schilderijen over te kopen, bleek in maart. Daarom gaf de Franse minister van Cultuur Fleur Pellerin toestemming om de schilderijen te exporteren.

In juli hebben Pellerin en de minister van Cultuur, Jet Bussemaker (PvdA), gepraat over een gezamenlijke aankoop van de schilderijen. Het Rijksmuseum en het Louvre zouden de combinatie dan om de beurt tentoonstellen.

Te laat

Een week geleden dacht Nederland dat Frankrijk geen enkele behoefte had om de schilderijen te kopen. Daarom discussieerde de regering actief over de financiering van de schilderijen: minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) weigerde om de volle prijs voor te schieten.

Donderdag maakte Pellerin bekend dat de Franse Centrale Bank 80 miljoen euro schonk om een van de schilderijen te kopen. Daardoor hebben de Eerste en Tweede Kamer dinsdagavond met uitzonderlijke haast besloten over de aankoop van de schilderijen. Het parlement wilde wel 80 miljoen euro betalen, maar alleen als beide schilderijen worden gekocht.

En zo werd uiteindelijk door Nederland en Frankrijk besloten om de twee schilderijen samen te kopen, terwijl eigenaar De Rothschild aanvankelijk de voorkeur had om ze te verkopen aan het Rijksmuseum.

Communicatie

Zowel de Franse krant le Monde als het dagblad le Figaro benadrukt dat Pellerin al sinds juli contact had met Bussemaker over een gezamenlijke aankoop van de schilderijen. Hoewel Bussemaker ontkent deze afspraken voor zich te hebben gehouden, zeggen fractievoorzitters dat zij niet op de hoogte waren.

Bussemaker wordt er nu van beschuldigd de deal te hebben verpest. Doordat zij stappen ondernam voor een gezamenlijke koop, was het moeilijker voor Nederland om beide schilderijen te verkrijgen. Beide landen kunnen de doeken nu om de beurt samen aan het publiek tonen. Ze komen eerst naar Nederland.