Game-ontwikkelaars willen af van kinderachtige imago

''

Vooral schieten, racen en voetballen? Niet langer. Games worden diverser en volwassener.

Computerspellen zijn al zeker twintig jaar mainstream, maar nog altijd heeft het medium het stempel ‘kinderachtig’ niet van zich afgeschud. Niet vreemd, want veel games komen neer op stereotiepe schiet-, vecht-, race- en voetbalfestijnen met weinig diepgang of artistieke waarde. Maar de laatste tijd verschijnen er veel experimentele games met meer raffinement.

Het spel Everybody’s Gone to the Rapture is een recent voorbeeld. In een wonderschoon Engels dorpje gaan spelers op zoek naar waarom in het plaatsje geen teken van leven meer te bekennen is. Spelers kunnen enkel lopen door de spelwereld; schieten of andere interactie is er niet bij. Toch voelt het spel aan als een goede detectiveserie. Het spel is alleen op de PlayStation 4 verkrijgbaar.

Het vernuftige Papers, please, dat vorig jaar veel prijzen binnensleepte met wat de ontwikkelaar een ‘dystopische document-thriller’ noemt, is wel speelbaar op tablets en smartphones. In deze game kruipen spelers in de huid van een immigratie-ambtenaar in een fictief communistisch land, die beslist of personen in aanmerking komen voor toegang. De enige mogelijke actie is het zetten van een groene of rode stempel.

Vastgeroest

Andere spelontwikkelaars proberen vastgeroeste genres open te breken. Zoals oorlogsspellen: die  richten zich vaak op de heldhaftige soldaat die in zijn eentje honderden tegenstanders verslaat. In het veelgeprezen puzzelspel Va­liant Hearts draait het juist om de verhalen van de soldaten in de Eerste Wereldoorlog, in plaats van  om het doden van zoveel mogelijk vijanden. Het spel is te verkrijgen voor tablet en smartphone.

Dat geldt ook voor This War of Mine, gesitueerd in het belegerde Sarajevo van de jaren negentig. De uitdaging is het hoofd boven water te houden in de schaarste die bij oorlog hoort. Hier gaat het om het inwinnen van informatie, het zoeken naar voedsel en medicijnen, en het heelhuids terugkeren naar een schuilplaats.

Elsevier nummer 40, 3 oktober 2015