1978 – Bram en Freek: Grensverleggend cabaret

''

Freek de Jonge (33) en Bram Vermeulen (31) pleitten voor een boycot van het Wereldkam­pioenschap voetbal in Argentinië, uit protest tegen de militaire dictatuur van Jorge Videla.

Met hun oproep om het WK voetbal in Argentinië te boycotten brachten Freek de Jonge (1944) en Bram Vermeulen (1946-2004) de situatie in het Zuid-­Amerikaanse land in het brandpunt van de Nederlandse belangstelling. ‘Oranje kan iets bereiken in Argentinië door niet te gaan,’ luidde het motto van Neerlands Hoop in Bange Dagen.

Het duo vond dat de internationale voetbalwereld zich liet misbruiken door een regime dat martelde, ontvoerde en executeerde. ‘Deelname aan dit toernooi betekent aanvaarding van dit bewind.’ Tot dan toe was er in Nederland weinig aandacht voor de junta van president Jorge Videla. De voorstelling Bloed aan de paal bracht daarin verandering.

Bram en Freek hadden de status van Bekende Nederlander in 1978 inmiddels ruimschoots verworven. Ze ontmoetten elkaar in 1967 in Amsterdam. Bram studeerde psychologie, Freek Nederlands. In de jaren die volgden, zouden Bram en Freek het meest vernieuwende en grensverleggende cabaretgezelschap van Nederland worden. Ze choqueerden, provoceerden en confronteerden – als nooit eerder vertoond. Hun mix van oprechte onbescheidenheid, getergdheid en vrolijk cynisme sloot goed aan bij het ‘anarchistische’ Nederland van de late jaren zestig en zeventig.

De actie Bloed aan de Paal leidde tot Kamervragen, felle discussies en demonstraties. Een boycot kwam er niet. Politiek en KNVB bleken onvermurwbaar. Het Nederlands elftal ging naar het WK en haalde zelfs de finale. Die verloor het van uitgerekend Argentinië. Een jaar later, in 1979, ging Neerlands Hoop uit elkaar. De Jonge begon aan een indrukwekkende solocarrière, Vermeulen opereerde meer in de schaduw als componist en zanger.

Elsevier nummer 43, 24 oktober 2015