Christelijke mystiek rond een ongrijpbare figuur

''

Verzameld werk van Dionysius de Areopagiet laat zien hoe de invloedrijke denker uit de vijfde eeuw God wilde kennen.

Het is een beetje ingewikkeld verhaal. De Areopagus (ofwel Areopaag) is een hoge heuvel in Griekenland, ten noordwesten van de Akropolis. Kenners van de Bijbel weten dat Paulus daar een beroemde toespraak hield. Onder het gehoor van de apostel bevond zich een Griekse rechter die zich liet bekeren tot het christendom: Dionysius de Areopagiet.

Toen er in de vijfde eeuw een verzameling van boeken onder zijn naam verscheen, werd dit aan de vroege christen toegeschreven. Later bleek het te gaan om een andere auteur, die zich Dionysius de Areopagiet had genoemd. Wie dat was, is tot op de dag van vandaag onbekend. Er is heel wat gespeculeerd over zijn identiteit, maar hij blijft een mysterieuze, ongrijpbare figuur.

Heidens

Een tijdlang is de filosoof en theoloog aangeduid als Pseudo-Dionysius, maar met deze gewoonte is gebroken. Op de eerste, net verschenen, volledige Nederlandse vertaling van zijn werk staat gewoon de naam Dionysius de Areopagiet. Het is goed dat uitgeverij Christofoor de uitgave van deze Verzamelde werken heeft aangedurfd, want het is een belangrijk oeuvre.

Zeker niet altijd hebben de christelijke autoriteiten waardering getoond voor Dionysius. Zijn werk is met wantrouwen bejegend omdat hij niet recht genoeg in de leer zou zijn en zelfs heidense opvattingen zou hebben verkondigd. Wat hij deed, was de christelijke theologische traditie samensmeden met de filosofie van het neoplatonisme. Centraal staat het verlangen God te leren kennen, maar uiteindelijk resteert het besef dat elke poging tot een adequate beschrijving van het Opperwezen tot mislukken is gedoemd.

De geschriften van Dionysius zijn een uiting van een bijzondere vorm van christelijke mystiek. Ze getuigen van de wens op te klimmen naar de ‘eenheid van de goddelijke lichtstraal’. Kennis is daarbij van grote waarde, maar deze zal toch moeten worden losgelaten om het denken te bevrijden. Deze visie is te vergelijken met de kijk van de filosoof Ludwig Wittgenstein op taal als een ladder die moet worden beklommen om tot inzicht te komen, maar die dan moet worden weggegooid.

Dat klinkt paradoxaal en dat is het ook. De geleerde theoloog Dionysius opent de weg naar spiritualiteit. ‘Hij lijkt een groot middelaar te kunnen zijn in de moderne dialoog tussen het christendom en de mystieke theologieën uit Azië,’ zei paus Benedictus XVI bewonderend in 2008.

Extreem lange zinnen

Die spirituele kant van Dionysius doet modern aan. Maar hij beschreef ook uitgebreid de sferen van engelen met een duidelijke hiërarchie. Hij deelt de engelen in drie groepen van drie in, waarbij de Serafim, Cherubim en Tronen de voornaamste categorie vormen. Het is een middeleeuwse overzichtelijkheid die op menig moderne lezer een wat absurde indruk maakt.

De vertaling van de Verzamelde werken is van de hand van Michiel ter Horst. Hij heeft er een hele klus aan gehad. Dionysius schreef extreem lange zinnen die een groot concentratievermogen vergen. Bovendien vereiste het benaderen van het mysterie Gods volgens hem min of meer raadselachtige begrippen, waarbij hij ook nog eens behoedzaam door een theologisch mijnenveld moest laveren.

Het werk van Dionysius is dus allesbehalve lichte kost. Maar het is mooi dat dit theologische monument nu in het Nederlands toegankelijk is.

Elsevier nummer 5 6 februari 2016