De kritiek van de paus op het kapitalisme is misplaatst

Paus Franciscus wordt geroemd om zijn bijdrage aan publieke debat over de verdeling van de welvaart. In werkelijkheid is zijn waarschuwing tegen de ‘tirannie van de markt’ een kliekje dat voor de zoveelste keer wordt opgewarmd.

Van Huub Oosterhuis, bijgenaamd ‘de paus van Amsterdam’, weten we dat hij hartstochtelijk SP’er is. De laatste weken doet de echte paus zijn best hem links in te halen. Zijn recente boodschap voor de Internationale Dag van de Vrede staat bol van de rode retoriek. Zo riep hij op tot herverdeling van rijkdommen.

De wereld vindt het prachtig. Onlangs kroonde Time paus Franciscus tot persoon van het jaar 2013. De reden: ‘in rap tempo plaatste hij zich in het middelpunt van de grote discussies van dit moment’, aldus het weekblad op zijn website, onder meer over ‘welvaart en armoede’, maar ook ‘eerlijkheid en gerechtigheid’.

Kop van jut

Waarop zijn deze lofprijzingen gebaseerd? In elk geval niet op de originele invalshoeken van de paus. Zijn boodschap overstijgt nauwelijks het niveau van de gemiddelde rant tegen het kapitalisme. Het is dat hij af en toe verwijst naar Jezus en een Bijbelpassage aanhaalt. Anders zou je denken dat je een neomarxistisch pamflet van Herbert Marcuse zit te lezen uit de rode jaren zestig.

‘Nieuwe ideologieën, gekenmerkt door ongebreideld individualisme, egocentrisme en materialistisch consumentisme, verzwakken sociale banden,’ luidt de klacht van paus Franciscus. Het blijft onduidelijk welke ‘nieuwe ideologieën’ hij op het oog heeft, maar de lezer weet onmiddellijk waarop hij doelt. Waarschijnlijk begint het met ‘neo’ en eindigt het met ‘liberalisme’. Al eerder ging de paus tekeer tegen ‘de tirannie van de markt‘.

Het kapitalisme: een dankbaarder kop van jut is zeldzaam.

Winstbejag

Het is een klassieke denkfout. Het kapitalisme gaat niet uit van verheven gevoelens en nobele motieven. Winstbejag is het primaire oogmerk. Ergo: dat moet wel resulteren in alle -ismen die de paus beschouwt als de kwalen van deze tijd.

Niet dus. De cijfers laten een heel ander beeld zien. Daaruit blijkt dat de armoede sinds 1990 gehalveerd is. Dan hebben we het voor alle duidelijkheid over honderden miljoenen mensen, met name in als India, China en Brazilie. Inderdaad, landen die de afgelopen jaren aansluiting hebben gevonden bij de wereldeconomie, die jawel grotendeels kapitalistisch van aard is.

Relatieve armoede

Ook de paus moet toegeven dat de armoe is afgenomen. Maar dan. Ineens blijkt die niet meer zo belangrijk, want ‘aan de ene kant zien we een daling in absolute armoede, aan de andere kant kunnen we niet anders dan erkennen dat er een serieuze stijging is van de relatieve armoede.’

Opnieuw: we wanen ons in ’68. Destijds zaten de neo-marxisten ook met de stijgende welvaart in hun maag. Die stond haaks op de voorspelling dat de ‘Verelendung’ almaar groter zou worden. Om hun theorie toch overeind te houden, introduceerden ze het begrip ‘relatieve armoe’. Ze vonden gewoon een nieuwe schande: ongelijkheid. Leuk hoor, als iemand in zijn levensonderhoud kon voorzien. Maar sommige mensen gaan vijf keer per jaar op vakantie en andere helemaal niet: dat is pas onverkropbaar.

Vastgoedbaron

Dat de paus dit kliekje voor de zoveelste keer opwarmt, is tot daar aan toe. Maar zijn imago van eenvoud en matigheid gaat definitief aan diggelen door zijn functie van vastgoedbaron.

Het Vaticaan blijkt namelijk de grootste vastgoedbezitter wereldwijd. Totale bezit alleen al in Italië: 1,1 miljard vierkante meter aan vloeroppervlak. Geschatte waarde hiervan: 1.200 miljard euro.

Je gaat je haast armoedig voelen bij deze opeenhoping van rijkdom. Relatief armoedig uiteraard.