Om het elektrisch fietsen aan den lijve te ervaren, verruilde redacteur Bram Hahn zijn gewone fiets twee weken in voor een sportieve e-bike. ‘Pap, wil je me trekken?’
Zelfs de fiets die werd uitverkoren tot E-bike van het Jaar 2019 heeft ‘m nog, zo’n in het oog springende accu op de bagagedrager. Tja, je moet de batterij ergens laten, maar zo’n batterijbroodtrommel maatje XXL maakt zelfs de gelauwerde Sparta M8b een beetje suf. Als remedie tegen de accuschaamte gaan er vaak fietstassen over de accu.
Bij sportievere modellen worden accu en motor steeds fraaier weggewerkt. Bij het uitkiezen van foto’s voor het hoofdverhaal over e-bikes, moest de fotoredacteur drie keer checken of het gekozen beeld van de VanMoof wel echt het elektrische model betrof. Van een afstandje is nauwelijks nog te zien dat er een accu en motor op zitten.
Een luide piep ontmaskert de elektrische rijder
Ook de Merida E-Spresso XT-edition die ik tijdens het schrijven van dit artikel twee weken mocht lenen, loopt niet te koop met zijn elektrische trapondersteuning. De motor is compact en maakt weinig geluid. Alleen bij het inschakelen en veranderen van de motorstand (Eco, Trail of Turbo) hoor je een luide piep, die je onverbiddelijk ontmaskert. Die piep kun je overigens uitschakelen, bleek achteraf. De accu is nog wel een flink blok, maar zit half weggewerkt in het frame. Voordeel is dat je zo’n accu makkelijk eruit haalt om op te laden. Bij een e-bike als de VanMoof ES2 moet de fiets dichtbij het stopcontact staan om op te laden.
Normaal gesproken rijd ik op een fiets zonder trapondersteuning, een legergroene Brik Brut met cardanas (een tandwielaandrijving) dus geen ketting. Dat onderdeel steekt fel oranje af bij de rest van de fiets, en ontlokt geregeld reacties van voorbijgangers. ‘Ja, cardanas, leg ik dan uit, nooit meer de ketting eraf, geen onderhoud.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Een e-bike – heb jij dat nou nodig?
De e-bike van Merida valt ook op, maar dan door zijn snelheid. ‘Zo, dat zoeft lekker, hè?’ is nu het commentaar. Dat doet het zeker, maar klinkt er niet enige spot door in de reacties? Zo van: heb jij dat nou nodig? En toegegeven, het voelt wat raar om weg te stuiven bij het stoplicht en iedereen achter je te laten, inclusief je zoontje op zijn ouderwetse fiets met kleine wielen.
Voor de korte afstanden is het ook niet echt nodig. Maar lekker is het wel: het razendsnelle optrekken, de topsnelheid van 26 kilometer per uur, moeiteloos lange afstanden afleggen door tegenwind, zonder stil te vallen op heuveltjes. Na een avondje in de kroeg zijn de 7 kilometer huiswaarts door de kou ineens geen straf meer, maar een verfrissende beloning.
Iedereen moet nog wennen aan de snelheid
Op die momenten, ’s avonds laat als er weinig ander verkeer is, komt de e-bike het best tot zijn recht. Maar overdag is het oppassen geblazen in het drukke stadsverkeer. Omdat de motor weinig geluid maakt, ben je je nauwelijks bewust van je snelheid. En de andere gebruikers van het fietspad al helemaal niet. Pas als je plotseling in de remmen moet knijpen, merk je hoe hard je eigenlijk ging. De speed pedelec en snorfiets moesten al van het fietspad naar de rijbaan, wellicht gaat de e-bike ook die kant op.
Andere nadelen: elektrisch fietsen is alleen leuk als degene met wie je samen fietst ook over een fiets met trapondersteuning beschikt. Anders moet je voortdurend inhouden, of je aanhangende fietspartner op sleeptouw nemen. Zoals puberdochters op logge omafietsen: ‘Pap, wil je me trekken?’
Koude douche na twee weken trapondersteuning
Over het effect van de e-bike op lichaamsbeweging zijn de menigen verdeeld. Heel goed, zeggen de producenten en fietsendealers. Mensen die niet meer fietsten omdat het te zwaar werd, gaan dankzij de trapondersteuning weer bewegen. En wie de dagelijkse snelwegfile inruilt voor een speed pedelec, verbrandt ook meer calorieën dan voorheen. Maar wie van een traditionele fiets overstapt op een e-bike en niet heel veel meer kilometers gaat afleggen, wordt eigenlijk juist minder sportief.
Na twee weken volgt de onvermijdelijke terugkeer naar de gewone fiets. Een koude douche. Pffff… helemaal vergeten hoe hard je eigenlijk moet trappen om 20 kilometer per uur te halen.