Ophef na beelden van dooddrukken gehandicapte

De uitzending van Nieuwsuur maandagavond, die misstanden in de gehandicaptenzorg aan de kaak stelde, heeft veel stof doen opwaaien. Kamervragen over de dood van de verstandelijk gehandicapte Roelie, wiens dooddrukking ook in de uitzending te zien was, zijn nog niet beantwoord.

De uitzending concentreerde zich op de alarmerende gang van zaken in het NOVO behandelcentrum in Onnen, waar de 44-jarige Roelie in maart 2012 overleed. Schokkende bewakingsbeelden laten zien hoe vier medewerkers Roelie in bedwang houden en uiteindelijk in een isoleercel dooddrukken.

Twitter

Uit onaangekondigde bezoeken van de Inspectie van de Gezondheidszorg bleek bovendien dat maar liefst 73 procent van de gehandicapteninstellingen zich niet of slechts gedeeltelijk aan veiligheidsvoorschriften en vrijheidsbeperkende regels houdt.

Veel mensen uiten op Twitter hun afschuw en ongeloof over de gang van zaken binnen deze en andere gehandicapteninstellingen.

Opleidingsniveau

In een interview met Nieuwsuur vragen Kamerlid Vera Bergkamp (D66) en voormalig hoofdinspecteur van de Inspectie van de Gezondheidszorg Jenneke van Veen om verder onderzoek naar het slechte opleidingsniveau van het personeel in de gehandicaptenzorg. Meer dan de helft van alle instellingen werkt met onvoldoende gekwalificeerd personeel.

Ook uiten de twee hun zorgen over de vrijheidsbeperkende maatregelen, die volgens de uitzending vaak onwettig worden toegepast.

Kamervragen

Naar aanleiding van het onderzoek van de inspectie stelde SP-kamerlid Renske Leijten in juni een reeks Kamervragen over het incident in Onnen. Zo vroeg zij om een strafrechtelijk onderzoek en trok zij de alertheid van de inspectie en de veiligheid van gehandicapten in twijfel.

De Kamervragen zijn nog altijd niet beantwoord. Een woordvoerder van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft toe dat het behandelen van de vragen erg lang duurt, maar kon niet zeggen voor wanneer de vragen op de planning van het ministerie staan.

Eerder besloot het Openbaar Ministerie de vier medewerkers die Roelie dooddrukten niet te vervolgen, omdat er geen opzet in het spel was. Drie van hen waren niet voldoende opgeleid waren voor het bedwingen van patiënten.