De Russen mogen niet meedoen op Wimbledon. Het valt me tegen dat zo’n prestigieus toernooi het oorlogsgeweld van Poetin wreekt op de tennisbaan, of all places. De oorlog tussen Rusland en Oekraïne kan je niet in de schoenen schuiven van een paar begenadigde tennisspelers, schrijft Hugo Camps.
Hugo Camps (Molenstede, 1943) schrijft wekelijks een sportcolumn voor weekblad EW.
De Wimbledon Championships hebben generaties laten kennismaken met aristocratisch gras. Tennissers hadden het jaar na jaar over het heilige gras van Wimbledon. Het Centre Court heeft deze maandag zijn honderdste verjaardag gevierd. In de laatste jaren van die eeuw is tennis gedemocratiseerd, zij het niet helemaal. Wimbledon blijft een oase met elitaire trekjes. Dat ligt meer aan de locatie dan aan spelers of speelsters. In deze bucolische enclave heerst de stilte van beschaving. Af en toe doorbroken door hoge kreetjes van bewondering en een enkel gedempt opstootje van applaus. Sommigen hebben Wimbledon een gebedshuis genoemd. In elk geval hoor je op Centre Court niemand vloeken. Ook de vestimentaire regels zijn voorzichtig uit hun keurslijf getreden. Het opbod van witte rokjes is na jaren doorbroken.
Tweede ronde moet haalbaar zijn
Voor het eerst in negen jaar staan drie Nederlanders in het hoofdtoernooi van Wimbledon: Tim van Rijthoven, Tallon Griekspoor en Botic van de Zandschulp. De meisjes doen niet echt mee, zij zijn verdwaald geraakt in het voetbal. Na zijn magistrale toernooiwinst in Rosmalen wordt veel verwacht van Van Rijthoven. Hij kreeg een wildcard voor Wimbledon. Hij is Grand Slam-debutant. Voor zijn openingspartij treft hij de Argentijn Federico Delbonis. Griekspoor neemt het op tegen de Italiaan Fabio Fognini en Van de Zandschulp treft de Spaanse routinier Feliciano López. De tweede ronde moet haalbaar zijn voor de boegbeelden van het Nederlandse tennis. Geen van de drie is publieksschuw.
Wimbledon is het toernooi van koninklijke loges. Er zijn wat staatshoofden en regeringsleiders afgezakt naar dit tennisparadijs. Ik heb de tijd nog gekend dat de dames door de knieën gingen bij een groet aan de koninklijke gast. Spelen op kortgemaaid gras stelt andere eisen aan het lichaam en aan de tekening van het spel dan gravel of hardcourt. De spieren en liezen moeten worden opgewarmd want tennissers gaan op gras ‘lager zitten’.
Serena Williams kan de roep van het heilige gras niet weerstaan
Een van de sensaties op het tennistoernooi is de comeback van Serena Williams. De 40-jarige Amerikaanse heeft een jaar lang geen enkeltoernooi gespeeld. De 23-voudige grandslamwinnares nam vorig jaar in tranen afscheid van haar geliefde sport, maar kennelijk kan ze de roep van het heilige gras niet weerstaan. Nu zei ze voor de verzamelde pers in Londen: ‘Ik ben nooit met pensioen gegaan.’ Op de wereldranking is ze teruggevallen naar de pijnlijke plek 1.204. Dan kom je in de buurt van bejaardentennis. Vrouwen zijn normaal makkelijker in het beëindigen van een sportcarrière. Zo niet Serena Williams.
De Russen mogen niet meedoen op Wimbledon. Het valt me tegen dat zo’n prestigieus toernooi het oorlogsgeweld van Poetin wreekt op de tennisbaan, of all places. Dat vaccinatieweigeraars (zoals Novak Djokovic) op een toernooi worden geweigerd, kan ik nog enigszins begrijpen. Maar de oorlog tussen Rusland en Oekraïne kan je niet in de schoenen schuiven van een paar begenadigde tennisspelers. De nummer 1 van de wereld, de Rus Daniil Medvedev, bedrijft geen oorlogsretoriek. Hij gedraagt zich eerder teruggetrokken, niet als haantje. De nummer 1 van de wereld hoort op Wimbledon, als tennisser en als mens. Zijn verwijdering als strafexpeditie mist compleet het doel. Voor mij mag een speler van het bloedige Jemen ook in Rotterdam komen spelen. Hoe meer aces hoe liever.
Sportzomer
Wimbledon, de Tour, het EK vrouwenvoetbal, ergens een concours hippique – het loopt allemaal samen in de eerste weken van juli. Een sportzomer heet dat. Een minuut stilte wordt dan gauw een uur en daarvoor ontbreekt de discipline bij het publiek. Het is uitgehold tot faits divers. We moeten iets anders bedenken om medeleven te betuigen. Zoals het nu gaat, is het te veel exhibitie.
In de tijd van Richard Krajicek liepen de fabrieken uit om de Nederlander te zien smashen op Wimbledon. Ik herinner me vooral zijn verlegenheid op de baan. En zijn vrouw Daphne op de tribune. Pas na zijn carrière groeide hij uit tot tennisbobo met blanco strafregister. Krajicek was een man van politesse voor de burgerij. Bouwvakkers hebben geen tennisser als idool, of het zou Rafael Nadal moeten zijn.