Mette Maria van Dijk, die het in haar debuutroman Mimosa had gewaagd te schrijven over seks met zwarte mannen, werd afgelopen week geïntimideerd en bedreigd vanuit progressief-activistische hoek. Het gebrek aan steun, dat eerder ook gold voor de bedreigde Lale Gül, zegt volgens Pieter Waterdrinker alles over de staat van de literaire vrijheid in Nederland.
Zodra de literaire vrijheid in het geding is, drommen de Nederlandse schrijvers massaal samen om deze te verdedigen. Zo’n beetje als de aanhangers van Extinction Rebellion op de A12; verenigd in hun verzet tegen de subsidies aan fossiele brandstoffen, bereid om te worden afgevoerd. Eén voor allen, allen voor één! Sterven voor de literatuur, het vrije woord, de vrije mening, de vrije gedachte, de vrije verbeelding vooral – het zit ons Nederlanders nu eenmaal in het bloed.
Het waren andere tijden, ik geef het toe. Maar toen ik dit jaar precies een kwart eeuw geleden debuteerde met een romannetje, een week later de facto werd beschuldigd van antisemitisme, voor de rechtbank in Haarlem bij verstek (ik woonde al in Rusland) werd veroordeeld tot een celstraf/geldboete, in hoger beroep voor het Hof in Amsterdam werd vrijgesproken, waarna het Openbaar Ministerie besloot in cassatie te gaan bij de Hoge Raad om dat schandaalschrijvertje alsnog te nagelen, kreeg ik van bijzonder weinig collega’s in de kunsten openbare steun en bijval. Joost Zwagerman, Theo van Gogh, Theodor Holman – dat was het wel.
Dat ik in dat romannetje de pest van het antisemitisme aan de kaak stelde, juist door deze op te roepen, wie maakte dat wat uit? Geen hond had het boek intussen gelezen. Maar het vonnis was al geveld. De auteur bleek namelijk – houdt u vast – correspondent te zijn voor De Telegrááf in Moskou. De puzzel was snel gelegd: foute krant, Tweede Wereldoorlog, antisemitisme, kortom: foute schrijver, hangen die vent!
De jarenlange rechtszaak die volgde, heeft me destijds tienduizenden guldens gekost, de gezondheid van mijn ouders, mijn zenuwen op de proef gesteld. Nog jarenlang werd er in stukken over mijn andere boeken gerefereerd aan dat debuut: there is no smoke without fire.
Literaire vrijheid? Domheid en schaamteloze lafheid overheersen
Sterven voor de literatuur, het vrije woord, de vrije mening, de vrije gedachte, de vrije verbeelding vooral – het zit ons Nederlanders nu eenmaal in het bloed. Maar niet heus. In deze tijd van sociale media houden we elkaar oplettend in de gaten. Men waakt er wel voor een post te liken van een vriend, wanneer hij/zij de vijand is van een andere vriend. Het resultaat is een veenbroei van paranoia, een angst die doet denken aan de ergste tijden in de Sovjet-Unie en de DDR. Maar het alles overheersende is altijd dit: domheid en schaamteloze lafheid.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen