Het grootste bedrijf van het land is voor de derde keer op rij (2022, 2023 en 2024) de onbekende oliehandelaar Vitol. Het Rotterdamse bedrijf, dat in 1966 werd opgericht door Henk Viëtor en Jacques Detiger, is een van de grootste spelers op de wereldwijde energiemarkt. Elke dag gaan er 7 miljoen vaten olie door bij Vitol, op een totale oliemarkt van 103 miljoen vaten olie. Het bedrijf zette vorig jaar 370 miljard euro om, maar houdt de winstcijfers tegen de borst.
De tweede plek is voor het veel zichtbaardere Ahold Delhaize, het moederbedrijf van supermarktketen Albert Heijn, dat de meeste omzet inmiddels uit de Verenigde Staten haalt.
Nederlands meest waardevolle bedrijf, chipmachinemaker ASML, staat op plek acht, met een omzet van 28 miljard euro. ASML is op de beurs 250 miljard euro waard, maar haalt die beurswaarde met een lagere omzet dan bijvoorbeeld Heineken (36 miljard euro omzet) of ING (60 miljard euro omzet). ASML is ook het bedrijf dat de meeste winst maakt: 7,8 miljard euro.
Geen enkele sector is overheersend in Top 500 bedrijven
In de EW Top 500 bedrijven staan ondernemingen uit uiteenlopende sectoren, van de financiële sector, tot agrarische bedrijven, hightech-industrie en logistieke dienstverleners. Geen enkele sector is allesoverheersend, wat de economie schokbestendiger maakt dan wanneer één bepaalde sector er met kop en schouders bovenuit steekt. Ook is er een grote verscheidenheid in het soort eigenaar. In de top van de lijst overheersen weliswaar beursgenoteerde bedrijven, maar er staan ook veel coöperaties in de lijst en nog meer bedrijven die in handen zijn van een directeur-grootaandeelhouder of van een familie.
Zo komt Top 500 bedrijven tot stand
EW Top 500 bedrijven rangschikt de grootste bedrijven van Nederland naar omzet. De lijst is gebaseerd op de omzetcijfers uit 2023, of – als die niet bekend waren op de peildatum – op de cijfers uit 2022.
EW maakt bij het samenstellen van de Top 500 gebruik van cijfers uit database Company.info, die op haar beurt veel gegevens uit de Kamer van Koophandel gebruikt. Daarnaast zijn jaarrekeningen geraadpleegd en gegevens opgevraagd bij de bedrijven zelf.
Om in de lijst te komen, moet het hoofdkantoor van een bedrijf in Nederland zijn gevestigd. Een bedrijf mag zijn statutaire zetel naar het buitenland verplaatsen (zoals Aegon deed naar Bermuda) of elders belastingplichtig zijn (zoals Vitol, in Luxemburg), maar niet beide.
Bedrijven die in het buitenland zijn opgericht, kunnen Nederlands worden als zij hun hoofdkantoor daadwerkelijk hier vestigen. Onder meer Ingka Holding (IKEA) deed dat. Wie zich hier enkel ‘op papier’ vestigt, zoals autobouwer Stellantis, wordt niet opgenomen in de lijst.
In de lijst staan Nederlandse bedrijven. Een bedrijf mag in buitenlandse handen zijn (zoals een private-equitypartij) maar niet van een buitenlandse branchegenoot, omdat wordt aangenomen dat het dan niet zelfstandig opereert. Zo staat het Amsterdamse Booking.com niet in de lijst, omdat het in handen is van een Amerikaanse branchegenoot.
EW rekent tot de omzet alle inkomsten die voortvloeien uit de hoofdactiviteit van het bedrijf. Bij verzekeraars zijn dat bruto premie-inkomsten plus beleggingswinsten, omdat beleggen onderdeel is van hun bedrijfsmodel. Bij banken gaat het om bruto renteinkomsten en provisies. EW vermeldt de nettowinst, dus na het betalen van winstbelasting. Omzet en winst worden ook vergeleken met die van een jaar eerder, om een daling of stijging weer te geven.
In de lijst wordt ook het soort eigenaar vermeld. EW onderscheidt daarbij enkele categorieën. Elk bedrijf waarvan aandelen verhandelbaar zijn op een openbare beurs, geldt als beursgenoteerd bedrijf (B). Coöperaties (C) hebben geen aandeelhouders, maar leden. Bij directeur-grootaandeelhouders (D) gaat het om directeuren die daarnaast minstens de helft van de aandelen hebben (DGA’s). Familiebedrijven (F) zijn bedrijven die voor minstens de helft in handen zijn van één of meerdere families.
Bij private equity (P) gaat het om bedrijven in handen van investeringsmaatschappijen. Als de overheid de aandelen in handen heeft, gaat het om staatsbedrijven (S). Daarnaast is er de categorie overig (O), voor bijvoorbeeld stichtingen, bedrijven in handen van het personeel (zoals Vitol en alle accountants- en advocatenkantoren in de lijst) en bedrijven waarvan de eigendoms situatie onbekend is. Soms is er overlap. Zo heeft de familie Heineken een controlerend belang in de gelijknamige bierbrouwerij. Omdat de aandelen vrij verhandelbaar zijn, geldt de brouwer als beursgenoteerd.
EW heeft de informatie voor deze lijst in juni 2024 verzameld. Bij fusies en overnames die voor die tijd zijn bekendgemaakt, worden de omzetten bij elkaar opgeteld. Veranderingen die na die tijd bekend werden, zijn niet meegenomen. In eerdere edities ontbraken soms bedrijven die nu wel in de lijst zijn opgenomen.