Israël heeft voor het eerst toegegeven dat het land luchtaanvallen boven Syrië heeft uitgevoerd. De Israëlische gevechtsvliegtuigen hadden het gemunt op de aanvoerlijn van wapens die voor de Libanese Hezbollah-beweging waren bestemd.
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu gaf maandag voor het eerst toe dat zijn land betrokken is bij de oorlog in Syrië. Eerder waren er al geruchten over Israëlische betrokkenheid in Syrië. Volgens Netanyahu zijn de aanvallen nodig ‘om te voorkomen dat Hezbollah wapens in handen krijgt die de machtsverhoudingen kunnen veranderen’.
Lees ook
Assads is sterk maar zijn politieke positie is zwak
Hezbollah is een militaire bondgenoot van het leger van de Syrische president Bashar al-Assad. De sjiitische militie vormt samen met Iraanse en Syrische eenheden een alliantie die vanuit de lucht wordt gesteund door Rusland.
Het regeringsleger van Assad heeft de laatste maanden veel terrein gewonnen in Syrië. Twee weken geleden werd de historische stad Palmyra heroverd op terreurbeweging Islamitsche Staat (IS). Eerder werden grote delen van Aleppo ingenomen.
Wapens uit Iran
Een jaar na het uitbreken van de burgeroorlog in Syrië besloot Hezbollah de Syrische regeringstroepen te steunen. Israël heeft officieel nooit partij gekozen in het conflict in Syrië, maar Netanyahu gaf eerder wel te kennen dat zijn land er alles aan zou doen om te voorkomen dat Hezbollah aan moderne wapens kan komen.
Het verband tussen olie, integratie, migratie en terreur
Israël en Hezbollah vochten voor het laatste een oorlog uit in 2006. Sindsdien heeft de Libanese beweging zich volgens Israëlische autoriteiten versterkt met raketten. Zij vrezen dat Hezbollah over raketten beschikt die doelwitten diep in Israël kunnen treffen. De wapens van Hezbollah zijn waarschijnlijk afkomstig uit Iran.