Tien portretten over Nederlanders en hun afstammelingen die een belangrijke bijdrage leverden aan de ontwikkeling van de Verenigde Staten. Deel 3: Martin van Buren
Vanaf de tijd dat de kolonie Nieuw-Nederland zich ontwikkelde tot in de American Century – de twintigste eeuw, waarin het land zich ontplooide tot supermacht – hebben er zich Nederlanders gevestigd om daar hun Amerikaanse droom na te jagen.
Achtste president
Martin Van Buren (1782-1862) was Amerika’s achtste president (1837-1841) en de eerste wiens moedertaal Nederlands was. Hij werd geboren in Kinderhook, New York. De jurist Van Buren werd in 1812 Senator in New York en in 1821 in het Congres.
In 1828 werd Van Buren gekozen tot gouverneur van de staat New York, maar hij nam in 1829 ontslag om minister van Buitenlandse Zaken te worden in de regering van president Andrew Jackson, met wie hij de Democratische Partij had opgericht.
Weinig succesvol
In 1832 werd Van Buren vicepresident van Jackson en in 1836 werd hij ternauwernood gekozen tot president. Dat was geen succes. Hij stond in de schaduw van Jackson en had te kampen met de ‘Paniek van 1837’, die de grootste economische crisis tot dan toe inluidde. Banken vielen om en de armoede nam snel toe: Van Buren had er geen antwoord op.
Ook vonden politieke tegenstanders dat hij de spanningen tussen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië over de grens tussen Canada en Amerika niet stevig genoeg aanpakte en werd hem zijn verzet tegen de verbreiding van de slavernij en de annexatie van Texas verweten.
Van Buren verloor de verkiezingen van 1840 en ook latere pogingen president te worden mislukten. Hij bracht zijn laatste jaren door als hereboer in Kinderhook.