De Amerikaanse verkiezingen zijn tot nu toe een nek-aan-nek-race. Wie er ook wint, een nipte overwinning is slecht voor de democratische overtuigingskracht van die winst. Dat schrijft Afshin Ellian.
Donald Trump is de grootste vijand van presidentskandidaat Trump. Hij kan zichzelf niet beheersen.
Op 13 juli werd in Butler, Pennsylvania een mislukte aanslag gepleegd op de presidentskandidaat Trump. Dat zou een game changer moeten zijn. Zo’n aanslag op een kandidaat tijdens de verkiezingsrace beheerst in de regel de hele verdere campagne en geeft een onontkoombare richting aan emoties en sympathieën, vooral wanneer de kandidaat niet regeert.
Volgens de logica van de politiek moest Trump na die aanslag zijn houding en retoriek veranderen. Aanvankelijk leek hij dat inderdaad te doen. Wat zou dat betekenen?
De aanslag op Trump was een resultaat van de harde (soms zelfs gewelddadige) polarisatie in de Amerikaanse politiek. Logica dicteert het slachtoffer van de aanslag om de rol van een vader des vaderlands aan te nemen en iedereen op te roepen kalmte te bewaren.
Trump zou dan boven alle partijen (dus ook zichzelf) uit stijgen om polarisatie te temperen zonder zijn eigen beleid te wijzigen, en worden gezien als de kandidaat die de verdeelde natie zonder rancune en boosheid wil verenigen. Het lukte Trump tot en met de Republikeinse conventie om vast te houden aan deze logische lijn.
Hart luchten
Na de conventie verviel hij in de oude gewoonten. Daardoor is de aanslag alweer in de vergetelheid geraakt. Trump is weer zichzelf. Zijn eerste en waarschijnlijk laatste debat met de Democratische kandidaat Kamala Harris bewees, zoals ook in 2020 was gebleken, dat Trump geen coherente, resultaatgerichte campagne kan voeren. Zijn karakter zet hem ertoe aan vooral zijn hart te luchten. Het voelt goed, maar levert zelden iets goeds op. In het debat met Harris verscheen hij als een krijger van de polarisatie, niet als een man die het land kan verenigen.
Trump is een meester in absurditeit. Zo stelde hij dat Democraten baby’s direct na hun geboorte willen executeren. Ook beweerde hij dat de illegale migranten in Ohio huisdieren eten. Dit was tot nu toe het toppunt van absurditeit. Alle media móesten wel melden dat de bewering niet klopt, zelfs de media die gewoonlijk aan zijn kant staan.
Daarmee bracht hij zichzelf in diskrediet en maakte zijn immigratiestandpunt ongeloofwaardig. Nu kunnen we tegenwerpen: ja, maar zijn aanhang gelooft alles wat hij zegt. Maar het gaat niet meer alleen om zijn aanhang. Trump en Harris moeten twee doelen bereiken: natuurlijk de eigen loyale kiezers (aanhang) vasthouden, maar ook de twijfelaars aan hun zijde krijgen. In dat laatste is Trump niet geslaagd.
Geen prominente steun
Inhoudelijk was het debat over internationale vraagstukken belangrijk. Trumps plan voor de Oekraïne-oorlog bleef onduidelijk. Hij beweert dat hij vrede kan bereiken. Vrede voor wie? Voor Rusland of voor Oekraïne en het Westen? We hebben van Trump geen vredesplan gekregen, zelfs geen aanzet daartoe.
In 2016 wist Trump een aantal ervaren generaals te strikken voor zijn regering. Allemaal zijn ze later teruggetreden. Ze hadden het geprobeerd, maar konden echt niet met Trump samenwerken. Ditmaal is de kans aanzienlijk kleiner dat Trump serieuze, ervaren generaals – en politici – kan aantrekken. Trumps campagne wordt niet gesteund door prominente Amerikanen, met uitzondering van Elon Musk. Dat was in 2016 anders.
Wat betreft Afghanistan verweet Harris Trump rechtstreeks onderhandelen met de terreurbeweging Taliban. De Afghaanse regering werd buiten deze besprekingen gehouden. Trump liet tijdens de onderhandelingen honderden Talibanstrijders vrij, die zich onmiddellijk weer aansloten bij hun terreurgroep. Harris claimde terecht dat de regering-Biden de akkoorden tussen Trump en de Taliban uitvoerde.
Weliswaar verliep de Amerikaanse terugtrekking uit Afghanistan onder Biden rampzalig, maar het was Trump die de Taliban de overwinning in de schoot had geworpen. Een zorgwekkende constatering, temeer omdat Trump nu niet langer in staat is serieuze gegadigden te vinden voor zijn eventuele kabinet. Op dezelfde manier kan hij Rusland een overwinning in de schoot werpen. Want Trump verloor het debat, maar nog niet de verkiezingen.
Nek aan nek
Matthijs van Schie, redacteur van EW-Magazine, analyseerde in zijn artikel verschillende peilingen na en voor het debat: ‘In het gemiddelde van peilingen dat het Britse weekblad The Economist bijhoudt, gaat Harris ruimer aan de leiding, met 49,3 (voor het debat 48,9) procent tegenover 46,6 (voor het debat 46,2) procent voor Trump. Beide kandidaten stegen dus met 0,4 procentpunt na het debat.’ Het verschil is nog steeds niet groot. Het wordt waarschijnlijk een nek-aan-nekrace. En dat is geen goed nieuws. Het zou betekenen dat de nieuwe president niet overtuigend de verkiezingen wint en de verliezer geen overtuigende nederlaag lijdt.