Goederen en diensten werden in oktober 3,4 procent duurder ten opzichte van dezelfde maand in 2020, zo berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat is het hoogste niveau sinds april 2002. Grote boosdoeners: de sterk gestegen prijzen van gas en elektriciteit.
Extreem is de inflatie bepaald niet. In de jaren zestig en zeventig waren er pieken van meer dan 10 procent. In het eerstgenoemde decennium was er sprake van een stevige economische groei die vergezeld ging van een loon-prijsspiraal, in de jaren zeventig zorgden twee oliecrises voor sterk stijgende olieprijzen.
Terug naar de jaren zeventig?
Sinds begin jaren tachtig lijkt het ‘inflatiemonster’ bedwongen. De afgelopen twintig jaar bleef de geldontwaarding keurig onder de 2 procent die de Europese Centrale Bank (ECB) als doelstelling hanteert. Het jaar 2019 was een uitzondering, maar die piek was te herleiden tot de verhoging van het lage btw-tarief.
Meer over het debat over de rente en de gevolgen voor beleggers: Rente stijgt, maar zal volgens analisten laag blijven
Ditmaal is net als in de jaren zeventig energie de stuwende kracht achter het hogere gemiddelde prijspeil. Gas was in oktober ruim 30 procent duurder, elektriciteit bijna 40 procent. Omdat energieprijzen elkaar beïnvloeden, viel ook tanken aan de pomp 27 procent duurder uit.
Verwarming van het huis en vervoer zijn belangrijke elementen in het representatief geachte ‘boodschappenmandje’ dat het CBS onderzoekt, en de hogere prijzen ervan zorgen dus voor de huidige inflatiepiek.
Tijdelijke prijspiek of niet?
In de eurozone als geheel wordt de inflatie iets anders berekend. In het Europese cijfer wordt de kosten van het wonen in de eigen woning niet meegerekend, in het CBS-cijfer gebeurt dat aan de hand van de ontwikkeling van de huurprijzen. Volgens de Europese meetmethode komt de inflatie in Nederland uit op 3,7 procent, iets lager dan het Europese gemiddelde over oktober (4,1 procent).
Het grote debat in economenland is of de inflatie tijdelijk is of niet. Zo nee, dan zou de Europese Centrale Bank in actie moeten komen met renteverhogingen en de versnelde afbouw van de grootschalige opkopen van obligaties. In aanloop hier naartoe is de rente al iets opgelopen. De ECB zelf houdt vol dat de inflatie in de eurozone tijdelijk is, en het gevolg van tijdelijk verstoorde productieketens na het einde van de coronacrisis. De gasprijs is recent ook weer wat gedaald.
Meer over de gevolgen van verschil in monetair beleid voor de euro
Herfstmode in valuta’s: een sterke munt als tegenwicht hoge energieprijzen
In de Verenigde Staten stijgen de prijzen harder
In de Verenigde Staten heeft de Federal Reserve, het Amerikaanse stelsel van centrale banken, woensdag 3 november de afbouw van het opkoopprogramma aangekondigd. Afhankelijk van de economische omstandigheden is het programma in de zomer afgelopen. Een verhoging van de korte rente is nog niet aangekondigd. Al met al liggen de Verenigde Staten qua ‘normalisering’ van het beleid wel voor op de ECB, maar de Amerikaanse inflatie piekte recent dan ook op 5,4 procent.