Het landschapsbeeld verandert met de bouw van vijf wintrack-hoogspanningsleidingen. Maar scepsis over deze witte buizen groeit. ‘Door vakwerk zie je het landschap.’
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.
Hans Nienhuis (35) groeide op op een Drentse boerderij. ‘Daar had je alleen het weer en een hoogspanningsleiding.’ Het was het begin van een fascinatie. ‘Begin deze eeuw was er weinig informatie over hoogspanningsleidingen te vinden. Toen heb ik met een vriend op de middelbare school in Zwolle de website hoogspanningsnet.com opgezet om informatie te verzamelen.’
Die fascinatie is nooit meer verdwenen. Zo ging hij deze zomer als uitje met mede-geïnteresseerden naar Zeeland, waar naast de aloude vakwerkhoogspanningsleiding vanuit Borsele een nieuw type leiding wordt gebouwd: de wintrack. ‘Het is uniek om vakwerk en wintrack naast elkaar te zien.’
Daarover is een hele discussie gaande. Want wat is mooier? Of lelijker? Vakwerk of wintrack? Vaststaat dat het landschapsbeeld verandert door de introductie van de wintrackmasten, ook wel biopole genoemd: twee hoge witte pylonnen waartussen elektriciteitskabels hangen.
Stroomvraag schommelt al jaren rond de 120 miljard kilowattuur
In vijf regio’s worden ze gebouwd of staan ze al. In de noordelijke en zuidelijke Randstad, als verbinding vanaf de Eemshaven (Groningen) naar Vierverlaten en later Ens (Flevoland), van Borsele (Zeeland) via Rilland naar Tilburg, en van Doetinchem naar het Duitse Wezel (zie ‘Hoog- en middenspanningsnet’).
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen