Met vijftig nieuwe tanks versterkt het leger ook zijn pantserinfanterie. EW oefent met de ‘Hanen’-compagnie in de Eiffel. De aarde beeft, soldaten juichen.
Op het moment dat VVD-minister Ruben Brekelmans zijn Defensienota publiceert, inclusief de aanschaf van vijftig Leopard-2 tanks, oefent de Charlie ‘Hanen’ compagnie van het 45 Pantserinfanterie bataljon uit Havelte in de Duitse Eiffel.
Korporaal Zoë, een vrouw van een jaar of 19, bindt de lange blonde haren in een staart, zet haar helm op en start de motor van haar 38 ton zware CV90. Zij bestuurt dit ‘infanterie gevechtsvoertuig’. De gedachte dat ze straks ook zou kunnen rijden op de nog zwaardere Leopard 2A7 of 2A8 is opwindend: ‘Vet!’
‘Gaaf,’ zegt ook CV90-schutter soldaat eerste klasse Max (22), die staande op het pantservoertuig een jeugdige versie lijkt van Brad Pitt in de tankfilm Fury (2014). Een afgetrainde jongen met een zonverbrand gezicht onder de gevechtshelm. Zijn vingers rusten op de knoppen van het 35 mm-snelvuurkanon met gestabiliseerde loop, waarmee hij scherp kan schieten, zelfs als hij met 70 kilometer per uur over hobbelig terrein raast. Dit kanon haalt zwermen drones neer en krijgt ook nog een update. ‘Hoe zwaarder het wapen, hoe mooier,’ bezweert Max.
In 2011 werd de Leopard nog wegbezuinigd
De ouderen in het bataljon reageren afwachtend. Die beloofde tanks zijn er nog niet. Sergeant-majoor Ronald (39) kwam op zijn zeventiende in het leger en was zes jaar lang schutter op de Leopard. Hij was in 2011 net klaar met zijn opleiding tot tankcommandant, toen Den Haag alle Leopards wegbezuinigde. Hij kwam bij de pantserinfanterie en schopte het tot Sergeant-Majoor Operatiën (SMO).
Adjudant Rob (51) was negen jaar commandant op de Leopard. Ook hij stapte in 2011 over naar de pantserinfanterie. Hij is Adjudant Operatiën, organiseert de oefeningen en let op de veiligheid. Er wordt met scherp geschoten. De infanteristen voeren twee aan twee en soms in groepen van een man of dertig aanvallen uit op schietschijven, zo’n halve kilometer verderop. Er wordt ook geoefend met antitankwapens en met langeafstandsgeweren. Dan moet op een afstand van 800 meter een schietschijf neerklappen. En ja, dat gebeurt. Een computer zet de schijven weer overeind.
Schieten, dat is zo moeilijk niet. In het vizier van je Colt zie je een rood elektronisch puntje. Je moet het wapen stilhouden en het puntje op je doel laten rusten, terwijl je de trekker overhaalt. De moeilijkheid is het samenspel tussen soldaten. Zwaarbepakt zit je met zijn zevenen in de romp van de CV90. Vijandelijke kogels tikken op het pantser. Het druist in tegen de menselijke natuur om de achterklep te openen en naar buiten te rennen. Maar je moet het veld in. Om het gevecht te winnen, mag niemand achterblijven.
Om beurten vuren de infanteristen. Als jouw ‘buddy’ naar voren rent, geef jij hem dekking. Meteen daarna is het andersom. In de verte klappen schietschijven om en telkens zet de computer ze weer omhoog voor weer een vijandelijke golf. Zo vormt zich de teamgeest, leer je op elkaar te vertrouwen en schakel je de angst uit in de chaos van een gevecht.
Belang van de tank op het front
Tanks zijn vanouds de ‘cavalerie’. Voorop in de aanval. Vanuit de achtergrond bestoken kanonnen en houwitsers – de artillerie – de vijandelijke stellingen. Tot slot veroveren voetsoldaten – de infanterie – het gebied, soms huis voor huis. Zonder de overweldigende vuurkracht van tanks is dat bijna ondoenlijk.
Omgekeerd zijn tanks in een bos of stedelijk gebied kwetsbaar. Infanteristen beschermen daar hun tank tegen een vijand met antitankwapens of granaten. De Leopards treden het liefst op met infanterie en CV90’s. In open terrein zijn de tanks het sterkst. Wordt het onoverzichtelijk, dan treden de CV90’s aan.
Eens had de Koninklijke Landmacht duizend Leopards. In 2011 werden de laatste 200 verkocht. Na een paar jaar huurde Defensie van de Bundeswehr 18 tanks. Zo bleef kennis behouden. Maar vaak waren geen Leopards beschikbaar voor oefeningen met de 88 parate CV90’s.
‘De Leopards versterken de kracht van de eenheid,’ voorspelt overste Peter Marx (43), bataljonscommandant. De infanteristen weten zich straks beter beschermd. Het samenspel van tanks en infanterie vermenigvuldigt het militair rendement.
Oefenvijand ‘Roodland’ is ingeruild voor Rusland
Op een avond oefent de Charlie ‘Hanen’ compagnie een aanval op het dorp Keferheim, ergens in een dal. Tot voor kort hanteerde de landmacht nog neutrale termen als ‘Roodland’ voor de oefenvijand. Nu schuilen in het dorpje ‘eenheden van een Russische gemotoriseerde brigade’. Compagniescommandant kapitein Jasper (32) wil er ook niet langer omheen draaien. Wie de oorlog wil voorkomen, moet zich erop voorbereiden. Dus kun je de capaciteiten van de Russen beter bij de naam noemen.
De compagnie behoort tot de 43 Gemechaniseerde Brigade. Het is nog onbekend of de vijftig Leopards straks bij deze brigade worden gevoegd, al ligt dat enigszins voor de hand. Het bataljon verhuist van Havelte naar Soesterberg, dichter bij de Randstad. Werving van personeel is daar makkelijker dan elders.
Adjudant Rob ziet zichzelf niet meer op een tank. ‘Ik zou het zo weer kunnen, hoor. De systemen van de Leopard zijn makkelijker te bedienen dan die van de CV90. Maar ik ben en voel me nu infanterist. Ach, schieten is de rode draad in mijn leven.’
Ook sergeant-majoor Ronald blijft infanterist. Al geeft hij toe: ‘Die tank dendert nietsontziend op zijn doel af. Dat geluid! Ik was destijds nog maar een jochie, en toch was alle aandacht op mij gericht, want ik moest dat schot afleveren. De grond beefde. Kippenvel! Later liepen we rond met de arrogantie die hoort bij de zwarte baret van de cavalerie.’