Pieter Omtzigt gedraagt zich niet als iemand die mandaat, verantwoordelijkheid en macht heeft gekregen van de kiezer. Stop met dit gedrag, schrijft Afshin Ellian.
De laatste keer dat we elkaar spraken, vertelde hij over de aanstaande hartoperatie. Die werd hem fataal. Hendrik Jan Schoo leeft echter voort in de jaarlijkse lezingen. De HJ Schoo-lezing wordt terecht als het informele begin van het politieke jaar beschouwd. Kamerlid Pieter Omtzigt heeft op 2 september een boeiende lezing gehouden over de staat van de politiek en de samenleving.
Omtzigt is een analytisch en systematisch denkende politicus. Hij strijdt voor de terugkeer van de betrouwbare overheid. Hoe kan vertrouwen in de politiek worden herwonnen?
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft de resultaten van het jaarlijks onderzoek (Burgerperspectieven) gepubliceerd. Volgens het SCP vindt bijna de helft van de Nederlanders (43 procent) dat de overheid onvoldoende naar burgers luistert.
De overheid is in Nederland aanzienlijk groter en invloedrijker dan het kabinet. Daarbij moeten we vooral ook denken aan gemeentes en uitvoeringsorganisaties. Over dit kabinet zijn juist velen positief gestemd. Eigenlijk start het pas nu met zijn eerste begroting.
Ook vindt bijna 60 procent van de ondervraagden dat ‘de politiek onvoldoende opkomt voor mensen zoals zij. Daardoor is het vertrouwen van mensen in de politiek laag’. Dat een deel van de bevolking zich niet volledig in de politiek kan herkennen, is niets nieuws.
Grote winnaar
Maar dat een ruime meerderheid van de bevolking zich verwaarloosd voelt, is een ernstige constatering. De regerende partijen en het kabinet hebben dus tot taak om vertrouwen te herstellen. De leider van NSC heeft nu een andere positie dan één jaar geleden. Omtzigt is een van de grote winnaars van de verkiezingen. Hij ging de verkiezingen in met de belofte om vertrouwen in de politiek te herstellen. Doet dat hij? Of zaait hij zelf meer wantrouwen in de politiek?
In het eerste deel van zijn H.J. Schoo-lezing kritiseert hij de politiek van de afgelopen decennia waarvan hij zelf een belangrijk onderdeel was. Het lijkt erop alsof Omtzigt strijdt voert tegen zijn eigen politieke verleden. Dat mag. Alleen is de vraag of dat, gelet op zijn huidige positie, een zinvolle strijd is. Hij hoéft immers niet langer strijd te voeren – hij is aan de macht. Omtzigt beschikt over de macht om de stand van zaken te veranderen.
Twee hoofdzaken wijst Omtzigt aan als de bron van het wantrouwen van burgers in de politiek: ‘Het Rijnlands denken en de sociale markteconomie werden volledig opzijgeschoven. Daarmee vernielden we feitelijk delen van de samenleving. Delen die ons verbonden, bij elkaar hielden, geïnteresseerd hielden in elkaar. Tegelijkertijd faalden de overheid, de regering en de instituties ook zeer opzichtig in hun kerntaken.’
De eerste kritiek (Rijnlandsmodel, sociale markteconomie) is een klassiek christendemocratisch ideaal. De tweede kritiek is moeilijker te plaatsen. Afgezien van de toeslagenaffaire is het de vraag waar en hoe de overheid in haar kerntaken faalde.
Constitutionele toetsing
Vooropgesteld dat ik de kern van Omtzigts kritiek deel. Toch is het van belang om precies te zijn en niet zoals de extreme antidemocratische partijen de complete overheidsstructuur en dus de democratische organen als geheel in een kwaad daglicht te plaatsen.
Daarmee zou men een essentiële bijdrage leveren aan het verdiepen van wantrouwen van burgers in de politiek en de overheid als geheel. De oplossing die Omtzigt als eerste noemt is de constitutionele toetsing. De toetsing van alle wetten aan fundamentele rechten in de Grondwet zoals gelijkheid, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst et cetera. Waar gaat het over?
Artikel 120 van de Grondwet verbiedt de rechter om de wetten in formele zin aan de Grondwet te toetsen oftewel de grondwettelijkheid van de wetten te onderzoeken. De wetten in formele zin zijn de wetten die de regering en de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) tezamen tot stand brengen. Daarbij kunnen we denken aan Wetboek van Strafrecht, Burgerlijk Wetboek of Gemeentewet. De Grondwetgever wilde voorkomen dat de niet-gekozen rechter de wetten onverbindend gaat verklaren, die door de hoogste democratisch gekozen organen tot stand kwamen. Alle andere wetten, dus overgrote meerderheid van de wetten en andersoortige besluiten kunnen wel worden getoetst aan de Grondwet. Is dat nu het hele verhaal? Nee.
Alle wetten, ook de wetten in formele zin, kunnen door de rechter worden getoetst aan onder andere het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het EU-verdrag. Overigens omvatten deze verdragen meer grondrechten ter bescherming van de burgers dan onze Grondwet. Een constitutionele toetsing lost de problemen niet op, die Omtzigt aan de orde stelt. En dat weet Omtzigt ook. Daarentegen kan de constitutionele toetsing, net als in Amerika, wantrouwen creëren in rechters. Dat willen we natuurlijk niet.
Groot mandaat
Pieter Omtzigt won de verkiezingen. Kiezers hebben massaal hun vertrouwen uitgesproken in hem. Daardoor gaven ze hem een groot mandaat om zijn idealen te realiseren. En omdat hij geen meerderheid heeft, moet hij volgens het parlementair stelsel naar compromissen zoeken om een deel van zijn idealen te realiseren.
Omtzigt verdient een compliment voor de vorming van een kabinet dat nu door velen wordt vertrouwd. Ook verdient hij waardering en respect voor de kwaliteit van ministers en staatssecretarissen die hij heeft voorgedragen, zoals Caspar Veldkamp en Nora Achahbar. Omtzigt kan trots zijn op zijn bewindspersonen. Hij kan vertrouwen in politiek herstellen door zijn eigen kabinet en bewindspersonen te laten slagen.