Turks vertrek uit de NAVO is onwenselijk

CORRECTION - TURKEY - SYRIA - POLITICS - MILITARY - CONFLICT - KURDS

Moet Turkije uit de NAVO worden gezet? Nee, schrijft Bram Boxhoorn. Turkije is tijdens en na de Koude Oorlog een uiterst belangrijke bondgenoot geweest bij de verdediging van het NAVO-grondgebied.

Turkije is sinds zijn toetreding in 1952 een van de hoekstenen van de NAVO. Het land was toen al een buitenbeentje, maar bevond zich in goed gezelschap. Griekenland en Portugal waren in de jaren vijftig ook bepaald geen toonbeeld van westerse democratieën. Dat (semi-)dictaturen als Turkije, Griekenland en Portugal deel uitmaakten van de NAVO, gaf een ongemakkelijk gevoel. Maar doorslaggevend was het real-politieke argument: deze landen waren simpelweg nodig in de strijd tegen de Sovjet-Unie.

Bram Boxhoorn

Bram Boxhoorn is historicus en directeur van de Atlantische Commissie. Hij is tevens gastdocent bij Webster University, Leiden. Boxhoorn schrijft wekelijks een blog voor Elsevier Weekblad over buitenlandse politieke kwesties.

Turkije onderscheidde zich in zekere mate nog doordat de militaire macht  zich doorgaans koest hield en alleen ingreep als de Turkse democratie moest worden gered. Daarna trad er een nieuw burgerbestuur aan. Vanaf 1960 gebeurde dat liefst vijf keer. Aan deze gang van zaken – het leger als hoeder van de democratie – kwam op verzoek van de EU een eind. Het paste namelijk niet in de criteria die de EU hanteerde bij de toetredingsonderhandelingen met Turkije.

Eigenbelang en eigenwaarde

Het huidige probleem tussen Turkije en de NAVO vindt zijn oorsprong niet in de NAVO, maar in de bilaterale problemen tussen Turkije en de Verenigde Staten. Het botert al een tijdje niet tussen die twee landen, vooral niet sinds de mislukte coup in 2016 tegen president Recep Tayyip Erdogan. Hij beschuldigt de Verenigde Staten ervan coupleider Fethullah Gülen de hand boven het hoofd te houden. De Turkse draai naar nauwere samenwerking met Rusland lijkt een logisch vervolg hierop. Toch was er al eerder toenadering tussen Turkije en Rusland. Het dichtgooien van de deur door de EU heeft ongetwijfeld ook bijgedragen aan de wijziging van het Turkse buitenlandse beleid, dat eigenbelang en eigenwaarde als uitgangspunten heeft.

De drie belangrijkste niet-EU-landen van de NAVO – het Verenigd Koninkrijk (binnenkort), Turkije en de Verenigde Staten – leveren gezamenlijk het leeuwendeel van de bijdragen aan de NAVO. Turkije heeft zelfs het grootste leger van Europa, als we Turkije tot Europa rekenen.

Kwaad bloed in Ankara

Turkije is tijdens en na de Koude Oorlog dus een uiterst belangrijke bondgenoot geweest bij de verdediging van het NAVO-grondgebied. Dat de politieke situatie zo snel en radicaal verslechtert, verontrust om meerdere redenen. Door het NAVO-lidmaatschap meende het land te kunnen rekenen op steun van de andere leden bij de veiligheidsvraagstukken aan de zuidoostgrens met Syrië. De Amerikanen gaven echter de voorkeur aan andere strategische belangen, zoals het isoleren van Iran (vriend van Erdogan) en de steun aan de Koerden in de strijd tegen IS.

Vooral het laatste zette veel kwaad bloed in Ankara, dat vreest voor een (semi-) onafhankelijke Koerdische staat. Begrijpelijk dat Turkije zich bekocht voelde door het eenzijdige en onaangekondigde Amerikaanse vertrek uit Noord-Syrië. De eveneens onaangekondigde Turkse inval in Noord-Syrië was het gevolg. Voor de goede orde: al deze zaken zijn geen NAVO-aangelegenheden. De spanningen tussen de twee NAVO-landen gaan in feite dus over zaken waar de NAVO als organisatie buiten staat.

De NAVO loopt met een grote boog heen om belangrijke kwesties

Echter, de politieke consultaties binnen de NAVO hebben gefaald door de onaangekondigde en eenzijdige acties van zowel de Verenigde Staten als Turkije. De NAVO loopt met een grote boog heen om belangrijke kwesties inzake Turkije. Niet de NAVO maar Turkije zelf gaat immers over de eigen interne aangelegenheden.

Turkije zal de NAVO niet snel vaarwel zeggen. Rusland is geen echt alternatief als bondgenoot, al is het maar omdat het land een maatje te groot en te ruw is voor de Turken. En Erdogan realiseert zich ongetwijfeld dat de NAVO nog steeds een veiligheidsschild biedt, ondanks kritische geluiden uit Parijs over de erosie van artikel 5, het NAVO-bijstandsartikel.

De NAVO zal Turkije al helemaal niet de deur wijzen. Het land beschikt immers over aanzienlijke militaire middelen. Verdragstechnisch is het bovendien onmogelijk en politiek-strategisch zelfs onwenselijk, ondanks alle onderlinge bondgenootschappelijke spanningen.