Als het gaat om het Hooggerechtshof, blijken progressieven telkens weer naïef

Hooggerechtshofrechter Sonia Sotomayor. Foto: ANP

De macht van het overwegend conservatieve Hooggerechtshof is sterk voelbaar in de Amerikaanse samenleving. Toch blijven prominente Democraten het belang ervan onderschatten, schrijft Victor Pak.

Koppigheid en ouderdom gaan vaak hand in hand. Daar weet Barack Obama alles van. De Democraat probeerde tijdens zijn presidentschap Ruth Bader Ginsburg te bewegen tot aftreden als lid van het Hooggerechtshof. Ginsburg was al tachtig jaar en twee keer genezen van kanker.

Behoedzaam, zonder het woord ‘pensioen’ te noemen, suggereerde Obama tijdens een lunch in 2013 dat het misschien tijd was om te stoppen. Meer kon hij niet doen: rechters zijn aangesteld voor het leven.

Het was een opportuun moment voor de Democraten. In de Senaat, die moet instemmen met benoemingsvoorstellen, hadden zij een meerderheid. Een progressieve opvolger zou met gemak zijn benoemd. Maar Ginsburg hield de boot af.

De rest is geschiedenis. De Democraten verloren in 2014 hun meerderheid in de Senaat. Republikein Donald Trump won twee jaar later de presidentsverkiezingen en benoemde in vier jaar liefst drie hoge rechters. Waaronder de opvolger van Ginsburg, die stierf in 2020.

Zo telt het Hof nu zes conservatieve rechters en drie progressieve. Het kan nog decennia duren voor die balans weer uitslaat naar de andere kant. Van de vier rechters jonger dan zestig jaar is er bovendien slechts één progressief.

Druk op chronisch zieke rechter wordt opgevoerd

De macht van het Hooggerechtshof reikt ver, en de conservatieve meerderheid neemt ingrijpende beslissingen. Zoals het schrappen van het federale abortusrecht, en de keuze om religieuze vrijheid te laten prevaleren boven lhbti-rechten. Het valt daarom te begrijpen dat sommige Democraten de gezondheid in de gaten houden van de overgebleven drie progressieve rechters. Het is voor hen te hopen dat zij niet aftreden of overlijden onder een Republikeinse president.

Er komt dan ook steeds meer druk te staan op rechter Sonia Sotomayor (69). Zij werd in 2009 benoemd, als eerste rechter met een latino-achtergrond (haar ouders kwamen uit Puerto Rico, zelf is ze ook Spaanstalig). Sotomayor is de Amerikaanse pensioenleeftijd al een aantal jaar gepasseerd en chronisch ziek. Sinds haar zevende kampt ze met diabetes type 1. Recent nog klaagde ze over vermoeidheid.

Reden voor Democraat Richard Blumenthal om te suggereren dat zij met pensioen moet. ‘De kerkhoven liggen vol met onmisbare mensen,’ zei de Senator uit Delaware begin april in een interview.

Progressieven schieten niets op met beschermen Sotomayor

Uit progressieve hoek klonk direct felle kritiek. Blumenthal maakte zich schuldig aan ‘validisme’ – discriminatie van iemand met een beperking – door Sotomayor onder meer vanwege haar chronische ziekte naar haar pensioen te willen duwen. Volgens partijgenoot en Congreslid Nydia Velázquez heeft Blumenthal de strijd om het Witte Huis, die in november zal gaan tussen zittend president Joe Biden en Trumo, blijkbaar al opgegeven.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hoe naïef. De Republikeinen bewezen onverbiddelijk te zijn in het benoemen van rechters. De Democraten kunnen zich geen argeloosheid veroorloven, als zij een einde willen maken aan de conservatieve greep van het Hof op de samenleving.