De feiten: Chaos rond teruggave box 3
Komende zomer zet de Belastingdienst het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement online. Met dit formulier kunnen belastingplichtigen uitrekenen of zij recht hebben op teruggaaf van te veel betaalde box 3-belasting over de jaren 2017 tot en met 2024.
Ook kunnen zij hiermee de eventuele teruggave regelen met de Belastingdienst.
Dit speelt vooral voor degenen die naast spaargeld ook aandelen hebben, of obligaties, bitcoins of vastgoed (anders dan het eigen woonhuis), of een lening hebben verstrekt aan de kinderen.
De Belastingdienst verwacht 2,5 miljoen aangiftes te moeten corrigeren, voor in totaal zo’n 12 miljard euro. En daarvoor moet de fiscus 1.752 ‘voltijdsequivalenten’ aan nieuw personeel zien te vinden voor de komende jaren.
Dit formulier speelt een cruciale rol in de herstelregeling voor box 3. Die moest het kabinet met spoed optuigen, nadat de Hoge Raad vorig jaar juni de vermogenstaks voor beleggers afschoot.
In 2021 schoten de hoogste rechters de wet al af voor spaarders. Het stelsel met de fictieve (‘forfaitaire’) rendementen kan juridisch niet door de beugel, oordeelden de hoogste rechters dus diverse keren.
Beleggers die aantonen dat hun werkelijke rendement in een jaar lager ligt dan het fictieve rendement, hebben recht op teruggaaf van box 3-belasting. De Raad van State waarschuwt dat de regeling zeer moeilijk uitvoerbaar is voor de Belastingdienst en de burger.
Maar de burger kan waarschijnlijk nauwelijks rekenen op hulp en advies van belastingadviseurs en andere organisaties die ondersteuning bieden bij belastingzaken, zo blijkt uit een inventarisatie van EW.
Wie zegt wat: Buitengewoon lastige regeling voor de burger
Bronnen: EW, Raad van State, Jongbloed Fiscaal Juristen, FNV, RB- De herstelregeling ‘vergt veel van het doenvermogen van belastingplichtigen’, schreef de Raad van State in het advies, gepubliceerd op 17 februari.
- ‘In de Kamerstukken wordt daar heel makkelijk overheen gestapt. Als een belastingplichtige er niet uitkomt, dan kan die professionele hulp inschakelen, staat er dan. Dat is leuk opgeschreven, maar in de praktijk werkt het zo niet. Want er is een nijpend tekort aan belastingadviseurs,’ zegt Arjan Knol, box 3-specialist bij het Register Belastingadviseurs tegen EW.
- ‘De vakbond biedt zijn leden van oudsher ondersteuning bij hun belastingaangifte. Maar of die ondersteuning er ook komt voor het formulier over de werkelijke rendementen, heeft de FNV nog in beraad,’ aldus een woordvoerder van FNV tegen EW.
- ‘De eerste keer moeten we voor de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme een cliëntacceptatie doen,’ zegt Jan-Willem Wijnbergen van Jongbloed Fiscaal Juristen tegen EW over het invullen van het formulier voor klanten. ‘We moeten klanten dan onder meer identificeren. Aan die screening zitten kosten. Ook als iemand één keer het formulier wil laten invullen, moeten we het hele proces van klantacceptatie doorlopen.’
EW’s visie: Houd de regeling rondom box 3 zo eenvoudig mogelijk
Door: Jeroen van Wensen, redacteur BelastingenHet klinkt zo eenvoudig: als het werkelijke rendement in een jaar lager is dan het fictieve (‘forfaitaire’) rendement, dan kan de belastingplichtige geld terugvragen bij de Belastingdienst. Maar de praktijk is weerbarstig.
Neem het werkelijk rendement op de spaarrekening, oftewel de rente. Als de bank de rente over 2023 uitbetaalt in januari 2024, aan welk jaar moet je die rente dan toerekenen? Is dat 2023 of 2024? Dat is op nog niet duidelijk.
Vastgoed het probleem bij box 3
De Raad van State adviseert dringend om de herstelregeling zo eenvoudig mogelijk te houden. Vooral vastgoed moet simpeler. Verhuurders moeten, naast de waardestijging of -daling, ook de huurinkomsten opgeven van de Hoge Raad. Maar kosten van het vastgoed komen niet in aftrek, oordeelde diezelfde Raad.
Een aantal particuliere verhuurders stapt daarom, zo is vrijwel zeker, naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat zal bevattelijk kunnen zijn voor het argument dat tegenover huuropbrengsten ook de kosten horen te staan.
De kans dat verhuurders daar gelijk krijgen en de Hoge Raad op de vingers wordt getikt, is niet gering.
Box 3: Eenvoud versus opbrengst
Het kabinet mag ervoor kiezen ten gunste van de belastingbetaler af te wijken van het oordeel van de Hoge Raad. Het kan nog steeds geen kostenaftrek toestaan, maar ook besluiten om de huurinkomsten buiten beschouwing te laten.
Het zou de herstelregeling in één klap veel makkelijker uitvoerbaar maken: verhuurders hoeven minder gegevens te verzamelen, de Belastingdienst hoeft minder te controleren. En huurders zullen minder snel kans hebben op succes bij de rechter: ze hebben een meevaller doordat de huurinkomsten niet hoeven worden meegeteld.
Daar staat tegenover dat het de schatkist mogelijk meer kost, omdat het werkelijke rendement (veel) lager uitvalt als huurinkomsten niet worden meegerekend. De kans neemt daarmee toe dat verhuurders recht hebben op teruggaaf van box 3-belasting.
De Tweede Kamer buigt zich binnenkort over de nog te openbaren Wet tegenbewijsregeling box 3. Hopelijk verkiest de Kamer telkens eenvoud boven de schatkist. Anders lopen Belastingdienst én burger weer vast in de vermogenstaks. En dat is al te lang aan de hand.