Met een recent advies zaait de advocaat-generaal van de Hoge Raad nog meer verwarring over de toch al zeer onduidelijke box 3-uitspraak van 24 december 2021. Daarmee doet de adviseur van de hoogste rechters geen recht aan dit krankzinnige dossier, schrijft Jeroen van Wensen.
Afgelopen december verklaarde de Hoge Raad de vermogensrendementsheffing van box 3 ongeldig – met terugwerkende kracht tot en met 2017. Spaarders en beleggers kunnen daardoor van de overheid belastinggeld terugkrijgen.
Volstrekt onduidelijke uitspraak
Het probleem is alleen dat de uitspraak zo wazig is, dat niemand weet wie voor compensatie in aanmerking komt. En al helemaal niet in welke mate.
De Hoge Raad liet zich in december namelijk alleen duidelijk uit over de vraag hoe spaarders moeten worden gecompenseerd. Terwijl 60 procent van de box 3-betalers naast spaargeld ook nog andere bezittingen heeft, zoals aandelen en vakantiehuizen. Hoe de compensatie voor deze (enorme) groep eruit moet komen te zien, heeft de Hoge Raad niet toegelicht.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen