De Wet werkelijk rendement box 3 moet fiscale ellende opheffen, maar zorgt het voorstel ook voor een stabiel belastingstelsel?
Het pal voor Prinsjesdag door het demissionaire kabinet ter consultatie voorgelegde voorstel voor een Wet werkelijk rendement box 3 houdt de gemoederen van vermogend Nederland stevig bezig. Het overvleugelt prangende actuele kwesties uit het Belastingpakket 2024, zoals de vormgeving van een maatschappelijk wenselijk en houdbaar armoedebeleid. Het debat daarover bleef te zeer steken in ongenuanceerde en niet-effectieve dooddoeners en ging nauwelijks over onderliggende oorzaken. Vermogenden moeten gewoon dokken!
Eind vorige eeuw stonden we voor een soortgelijke uitdaging. De belastingheffing over het werkelijk genoten vermogensinkomen was ook toen volledig ontspoord. Een evenwichtige belastingdrukverdeling was bitter noodzakelijk. Maar drie omstandigheden stonden in de weg.
Anders dan voor spaarrente waren financiële instellingen nog niet verplicht de fiscus te informeren over ieders beleggingsvermogen en de daarover behaalde beleggingsinkomsten. Zonder dat controle-instrument was belasting over het werkelijk genoten rendement te hoog gegrepen. Het forfaitaire vermogensrendement van box 3 voorzag in een adequate, maar als voorlopig bedoelde verlegenheidsoplossing.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen