In aanhoudende demonstraties op universiteiten wordt opgeroepen tot een boycot van Israëlische instellingen. Stop met deze demonisering, zo staat te lezen in deze open brief van prominente wetenschappers uit Nederland, België en de Verenigde Staten, onder wie Maarten Boudry, Steven Pinker en Marc Salomon.
In universiteiten over de hele westerse wereld oefenen studenten, maar ook academisch personeel, druk uit om de banden met Israël te verbreken vanwege de oorlog in Gaza. In de Verenigde Staten willigde een dozijn universiteiten de eisen van de actievoerders (deels) in. Zij zullen onder meer hun schenkingen niet langer investeren in Israëlische bedrijven. Tientallen Spaanse universiteiten en vijf Noorse universiteiten verbreken alle banden met Israëlische instellingen die ‘medeplichtig’ worden geacht aan de oorlog.
Diverse Belgische en Nederlandse universiteiten maakten onder druk van de protesten lijsten openbaar van alle samenwerkingsverbanden met Israëlische instellingen. De Universiteit Gent wil de samenwerking met minstens drie academische Israëlische instellingen opschorten omdat die samenwerken met het leger.
Ook zonder formele boycot is door de druk van studentenprotesten en de BDS-beweging nu al sprake van wijdverbreide uitsluiting van wetenschappers en studenten met een Israëlische nationaliteit of institutionele affiliatie. In de Israëlische krant Haaretz getuigen meer dan zestig academici daarover: afgezegde uitnodigingen voor lezingen en commissies, afgewezen papers op politieke gronden, bevriezing van samenwerkingen, verstoorde gastlezingen, ingetrokken co-auteurschap.
Israël is niet Rusland
Welke argumenten zijn er voor een dergelijke boycot? In een open brief aan de rector van de Universiteit Gent hekelen meer dan 1.500 studenten en personeelsleden – onder wie tientallen professoren, vooral uit de menswetenschappen – het ‘contrast’ met de houding die universiteiten aannamen na Poetins grootschalige invasie van Oekraïne. Toen verbraken zowat alle westerse universiteiten hun banden met Russische universiteiten.
De ondertekenaars schrijven zelfs dat Israël ‘genocide’ pleegt in Gaza. Zij eisen dat elke samenwerking met Israëlische universiteiten wordt opgeschort ‘zolang de huidige oorlog doorgaat’.
Het verschil tussen de reacties op de invasie van Oekraïne en die op het geweld in Gaza is perfect verdedigbaar. Oekraïne werd, zonder dat het heeft geprovoceerd of een militaire bedreiging vormt, aangevallen door een land waarvan de overheid zich inbeeldt dat Oekraïne een fictieve natie is zonder bestaansrecht.
Mochten duizenden Oekraïense strijders in januari 2022 eerst een gruwelijke moordpartij hebben aangericht op Russisch grondgebied, en daarbij 1.200 onschuldige mannen, vrouwen en kinderen koelbloedig hebben afgeslacht en nog eens 250 gegijzeld, dán pas zou er sprake zijn van een gelijkaardige situatie (opvallend: de terreuraanslag van 7 oktober komt in de open brief niet ter sprake).
Bovendien spraken zowat alle Russische universiteiten hun openlijke steun uit aan de invasie van Oekraïne, onder meer in een verklaring door de Russische Unie van Rectoren, ondertekend door meer dan driehonderd universitaire instellingen.
Israëls heeft recht op zelfverdediging
Natuurlijk mogen we kritiek uiten op de Israëlische strategie van oorlogsvoering en de genomen maatregelen om burgerslachtoffers te vermijden. Maar een oproep tot een ‘onmiddellijk en permanent staakt-het-vuren’ en een boycot ‘zolang de oorlog doorgaat’, zoals de briefschrijvers eisen, betekent dat geen enkele vorm van oorlogsvoering tegen Hamas door de beugel kan. Dat komt feitelijk neer op een ontkenning van het recht op zelfverdediging volgens het internationale oorlogsrecht.
Geen land zou een terreurgroep als Hamas aan zijn buitengrens tolereren, zeker niet na een pogrom als die van 7 oktober. Israël heeft het recht om Hamas uit te schakelen. Helaas had deze vijand zeventien jaar de tijd om zich in te graven in honderden kilometers aan versterkte tunnels (schuilkelders voor de eigen burgers werden niet gebouwd).
Hamas gebruikt de Palestijnse burgers daarenboven als levende schilden, en opereert doelbewust vanuit ziekenhuizen, scholen, VN-gebouwen en moskeeën, en in de nabijheid van humanitaire zones. Die verwerpelijke praktijk is vooral erop gericht zoveel mogelijk ‘martelaren’ voor de camera te krijgen, om zo de westerse politieke opinie tegen Israël te keren. Iets waarin die terreurorganisatie ook blijkt te slagen.
Staakt-het-vuren eisen, is kiezen voor Hamas
Niemand ontkent dat de situatie in Gaza verschrikkelijk is, niemand is ongevoelig voor het onaanvaardbare lijden van onschuldige Palestijnse kinderen. Iedereen zou graag zien dat het geweld stopt, zo snel mogelijk. Maar eisen dat Israël een staakt-het-vuren aanvaardt zonder verdere voorwaarden, komt neer op een ondubbelzinnige keuze voor Hamas en tegen Israël.
De gruwel waarvan we nu in Gaza getuige zijn, was er ook in Mosul en Raqqa, toen een westerse alliantie massale bombardementen uitvoerden op IS, met brede steun van zowat de hele westerse wereld. Ook toen vielen er duizenden burgerslachtoffers, en in tegenstelling tot wat in in Gaza gebeurt, kregen burgers nauwelijks waarschuwingen of evacuatiemogelijkheden.
Ook een boycot voor Oekraïense universiteiten?
Hoeveel academici in de Lage Landen zouden afzijdig blijven, mocht een terreurgroep aan onze buitengrenzen minstens 1.200 onschuldige burgers afslachten en deze gruweldaden trots livestreamen? En niet in bezette gebieden, maar op internationaal erkend grondgebied.
In het aan veiligheid gewend geraakte West-Europa beseffen we niet meer wat het betekent om in een kwetsbare democratie te leven, die al sinds zijn oprichting existentieel wordt bedreigd en wordt omringd door terreurgroepen die al twee decennia lang raketten afvuren (elk huis in Israël heeft een schuilkelder, verplicht bij wet). Dat Israëlische universiteiten onder deze extreme omstandigheden samenwerken met het leger, zoals Maya Wind documenteerde in haar ophef veroorzakende boek, lijkt ons begrijpelijk. Hoe moreel zouden wij het vinden onze samenwerkingen met Oekraïense universiteiten op te blazen omdat zij hand-en-spandiensten leveren aan het Oekraïense leger?
De Israëlische regering valt heel wat te verwijten, onder meer haar nederzettingspolitiek op de Westelijke Jordaanoever. Niet alleen zijn vele nederzettingen illegaal of minstens omstreden, maar rabiate kolonisten voeren ook verwerpelijke collectieve pesterijen en wraakacties uit op Palestijnen, terwijl de Israëlische veiligheidsdiensten dat oogluikend toestaan. Eigenaardig genoeg blijft dit onvermeld in de open brief, terwijl er wel argumenten zijn om samenwerking met in de bezette gebieden gevestigde instellingen te weigeren.
In een democratie zijn universiteiten onmisbaar
Waarom nemen de protesterende studenten enkel Israël in het vizier? Onze universiteiten hebben ook bilaterale samenwerkingsverbanden met universiteiten in Indonesië, China en Maleisië – landen die (ver) onder Israël staan op de Democracy Index van The Economist. En met Birzeit University in Palestina, dat drie dagen na 7 oktober berichtte: ‘Glory for martyrs’.
Moeten we die banden ook verbreken, of blijft het bij de eenzijdige demonisering van de enige democratie in het hele Midden-Oosten? In liberale democratieën zijn universiteiten onmisbare onderdelen van de civil society die het overheidsbeleid kritisch onderzoekt en bevraagt.
Dat is in Israël nog steeds mogelijk. Wie kritiek heeft op het beleid van premier Benjamin Netanyahu en zijn extreem-rechtse coalitiepartners, vindt vaak juist steun bij de talrijke Israëlische academici. Zij namen bijvoorbeeld het voortouw bij de protesten tegen de gevaarlijke grondwetswijziging in 2023.
Aan de Israëlische universiteiten studeren en werken ook tienduizenden Arabische Israëliërs. Ook zij zijn slachtoffer van deze onrechtvaardige en onproductieve boycot, die op geen enkele manier zal bijdragen aan vrede, maar de constructieve en vredelievende krachten in Israël verder zal verzwakken.
Ondertekenaars
Dr. Maarten Boudry – filosoof, Universiteit Gent (UGent)
Prof. Mark Elchardus – socioloog, Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Prof. Marc Salomon – Decaan Amsterdam Business School, Universiteit van Amsterdam (UvA)
Prof. Steven Pinker – Harvard University
Dr. Amanda Kluveld – Maastricht University
Prof. Freek Van de Velde – Katholieke Universiteit (KU) Leuven
Prof. Jerry Coyne – University of Chicago
Prof. Matthias Storme – KU Leuven
Prof. Jessica Roitman – VU Amsterdam
Prof. Filip Buekens – KULeuven, Tilburg University
Prof. Matthew Shawkey – UGent
Prof. Marc De Vos – UGent
Prof. Ruud Koopmans – Humboldtuniversiteit, Berlijn
Em. prof. dr. Martijn Katan – hoogleraar voedingsleer, VU Amsterdam
Dr. Niek Pas – universitair docent, UvA
Prof. Marc Cogen – rechtswetenschapper, VUB en UGent
Prof. Boudewijn Bouckaert – UGent
Prof. Henri Rosenberg – oud-docent Radboud Nijmegen, VUB
Drs. Gert Jan Geling – Haagse Hogeschool
Dr. David Suurland – onderzoeker
Dr. Jelle van Baardewijk – filosoof VU, lector Hogeschool Rotterdam
Prof. dr. Jonathan Silk – Universiteit Leiden
Daniëlle van Lijf – Erasmus School of Law, Rotterdam
Prof. dr. B.H. Ter Kuile – UvA
Dr. Moritz Föllmer – Universiteit van Amsterdam
Shira Huizing-Lemstra – UU, Erasmus Universiteit
Drs. Daphne Cohen – Hogeschool Utrecht
Em. Prof. Sonja de Leeuw – UU
Dr. Rachel Levy – UvA
Nadine Dellafaille Abraham – Hogeschool Journalistiek
Prof. dr. Hans Renders – Rijksuniversiteit Groningen