Bedrijven met ambities om de Amsterdamse beurs op te gaan, hebben opeens haast. Ze vrezen dat een Brits vertrek uit de Europese Unie een schokgolf op de financiële markten kan veroorzaken.
Er is een prop ontstaan van ondernemingen die al in de komende weken de beurs op willen, schrijft FD donderdag. Onder meer Philips Lightning, veevoederbedrijf ForFarmers en funderingsbouwer Sif hebben een beursgang al aangekondigd.
Naar verwachting volgen binnenkort ook nog eens sportschoolketen Basic Fit, Takeaway.com (het moederbedrijf van Thuisbezorgd) en verzekeraar ASR, dat nu nog in handen is van de Nederlandse staat.
Schokeffect
De ondernemingen vrezen dat een Brits ‘nee’ tegen Europa in het referendum op 23 juni, het beursklimaat kan doen omslaan. ‘Beleggers willen na het referendum eerst het stof zien neerdalen, voordat ze nieuwe aandelen kopen,’ voorspelt een anonieme bankier tegen de krant. ‘Niemand weet hoe de markten er daarna voor zullen staan.’
IMF waarschuwt: Brexit ramp voor wereldeconomie
Er is veel discussie over de mogelijke economische gevolgen van een Brexit, zowel in Groot-Britannië als daarbuiten. Volgens het Internationaal Monetair Fonds zou een Brits vertrek uit de EU desastreus zijn voor de economie in Europa, ‘omdat het gevestigde handelsverbanden zou verstoren.’ Brexit-aanhangers wijzen naar niet EU-lidstaten als Noorwegen om aan te tonen dat handelsverdragen prima in stand kunnen worden gehouden.
Knooppunt
Een reeks grote bedrijven als Ryanair en EasyJet waarschuwden al dat een Brexit hun eigen resultaten negatief zal beïnvloeden. Volgens Goldman Sachs loopt Londen het risico zijn positie als een van de belangrijkste financiële knooppunten ter wereld, te verliezen. De bank verwacht bovendien een daling van 15 tot 20 procent voor het Britse pond.
Brexit: geen drama voor Britten, wel voor Nederland
Ook Nederland zal de gevolgen voelen, zei de Nederlandse ambassadeur in Londen, Simon Smits. ‘Onzekerheid kost altijd geld en handel. Het schrikt investeringen af.’ De Nederlandse export naar het Verenigd Koninkrijk bedraagt 37 miljard euro. Nederland importeert ter waarde van 25 miljard euro.