Mochten de Britten op 23 juni besluiten om uit de Europese Unie (EU) te stappen, dan is Nederland een van de voornaamste slachtoffers. Het kan tienduizenden banen en vele miljarden euro’s gaan kosten.
Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in een onderzoek dat donderdag is uitgekomen. Een Brits vertrek zou Nederland relatief hard raken, omdat de Nederlandse economie sterk is verweven met die van het Verenigd Koninkrijk.
Belangrijke handelspartner
Momenteel zijn de Britten de derde handelspartner van Nederland, na Duitsland en België. Een Brexit en de onzekerheid na het referendum zullen een negatief effect hebben op de handel. Het verlies kan voor Nederland volgens het CPB uitkomen op zo’n 1,2 procent van het bruto binnenlands product in 2030. Dat zou neerkomen op zo’n tien miljard euro, 575 euro per Nederlander.
Veel banenEerder berekende ING dat door Nederlandse handel met Groot-Britannië 300.000 banen zijn gecreëerd. Alleen voor Ierland en Malta is het Verenigd Koninkrijk van nog groter belang.
De onderzoekers zeggen dat de gevolgen wel sterk verschillen per sector. Vooral de voedselverwerkende industrie en de chemische sector handelen veel met Groot-Brittannië en zouden dus hard worden geraakt.
Nek-aan-nek
Op 23 juni gaan de Britten naar de stembus om zich uit te spreken over de toekomst van Groot-Brittannië: verder binnen of buiten de EU? Peilingen wijzen momenteel op een nek-aan-nekrace tussen de twee kampen.
Gerry van der List: Een Nexit-referendum is zeker geen gek idee
In het onderzoek wordt ervan
uitgegaan dat een Brexit minimaal zo’n twee jaar in beslag zou nemen, en dat niet direct een nieuw handelsverdrag zal worden opgezet tussen de EU en Groot-Brittannië. Door de terugkeer van importtarieven wordt handelen met de Britten direct een stuk duurder.
Als wel snel een handelsverdrag wordt gesloten, valt de schade zo’n 20 procent lager uit. Hoewel Nederland daar veel baat zou hebben, zijn landen in Zuid- en Oost-Europa ogenschijnlijk minder happig. Achter de schermen heeft Frankrijk al aangegeven dat een Brexit ‘niet pijnloos’ mag zijn, om zo de kans op soortgelijke referenda in andere EU-lidstaten te voorkomen.