Mathys van Abbe: ‘Het moet wel authentiek blijven’

abbe

Zowel sporters als hun sponsors hebben baat bij een sterk imago online. Met zijn bedrijf Tyrsday helpt Mathys van Abbe (42) sporters een handje.

 De Amsterdamse woonboot in de Amstel waar Van Abbe kantoor houdt, is van binnen ruimer dan de buitenkant doet vermoeden. Aan lange tafels langs de zijkanten zitten de jongens van Tyrsday en Moby Picture achter hun computerscherm. Tijdens de Olympische Spelen kwamen veel van de blogs en berichten op sociale media van Nederlandse sporters uit deze woonboot. De sporters hadden zo de handen vrij om te focussen op het allerbelangrijkste: het winnen van medailles.

Waarom richten jullie je speciaal op sporters?

‘Een sporter is goed in sport, maar niet per se in schrijven en aanvoelen wanneer hij of zij iets moet posten of juist niet. Daarnaast zijn sporters interessant voor bedrijven omdat ze emoties opwekken, of ze nou winnen of verliezen. Sporters hebben een hoge gunfactor en daarom willen merken zich graag met hen afficheren. Wij ondersteunen ze met onze technologie, strategie en inhoud.’

Wat doen jullie precies?

‘Het begint met het bedenken van een strategie. Daarbij kijken we altijd naar de persoon zelf. Wielrenster Marianne Vos is een voorbeeld van een onafhankelijke, sterke vrouw, het is dus slim om dat ook naar voren te laten komen. Als ze een ontmoeting heeft met een andere inspirerende vrouw dan is het handig om dit te delen met je fans. Dit soort dingen moet een sporter net even snappen. Wij geven haar de handvatten zodat ze weet wanneer ze wat moet doen.’

Je noemde eerder het belang van jullie technologie…

De technologie is een onmisbare factor. Zeker 60 procent van dit bedrijf bestaat uit technici, bouwers. Voor iedere sporter bouwen we een ‘social website’ met onze technologie Tag the Love. Dat is onze concurrent voor WordPress. Uiteindelijk wil je dat iedereen naar je website komt, daar kun je het beste meten en je verhaal zo opbouwen en rangschikken zoals jij het wilt. Via onze andere technologie, Moby Picture, komt een post van een sporter vervolgens ook op alle sociale media terecht, ongeacht op welk medium het bericht wordt geplaatst. Bij iedere post staat vervolgens een link naar de website van de sporter. We willen uiteindelijk dat de fan doorklikt naar het eigen platform zoals wij dat noemen.

Maken jullie ook zelf verhalen over de sporter?

Absoluut. Je ziet dat sponsoren dit vaak wel zelf willen doen, maar we merkten dat bedrijven dit moeilijk vonden. Er werd niet echt over nagedacht en het kwam al snel bij stagiaires terecht. Wij hebben een vaste database met freelance journalisten die verhalen kunnen maken. Vervolgens zorgt onze technologie ervoor dat mensen die verhalen ook echt te zien krijgen. Zo kunnen we ook minder bekende sporters op de kaart zetten.
We hebben judoka Anicka van Emden bijvoorbeeld gratis aangenomen, want toen ze hier een half jaar geleden binnenkwam had ze niet echt een budget. Vervolgens komt de aandacht vanzelf en kwamen er ook sponsors op haar af. Dit is eigenlijk de omgekeerde manier. Normaal gesproken komen bedrijven naar ons om de PR voor hun te managen, maar in dit geval bouwen we eerst aan het imago en de fanbase van een sporter, waarop de sponsoren vanzelf komen. Je moet ook wel een beetje geluk hebben natuurlijk. We konden ook niet weten dan Anicka een medaille zou winnen op de Spelen.

Plaatsen jullie ook actief berichten namens de sporters op sociale media?

Meestal is het een wisselwerking, maar tijdens de Spelen in Rio hebben we het werk van onze sporters volledig uit hun handen genomen. Zo konden zij zich helemaal focussen op de sport. Via app-groepjes kregen we verhalen, foto’s en filmpjes door die we konden gebruiken in de posts.
Maar uiteindelijk is het wel de bedoeling dat sporters het zelf kunnen. Waarom zou je wel tijd maken voor een interview, maar niet even wat plaatsen op sociale media? Helaas is niet iedereen hier even goed in.’

Als jullie spreken namens een sporter, hoe zorg je dan dat het authentiek overkomt?

De kunst is om het persoonlijk te houden. Persoonlijk, maar niet privé. Hoe je het precies doet, verschilt ook per persoon. Robert van der Horst, aanvoerder van de hockeymannen. zetten we neer als een family man. Ondanks dat hij veel weg is, vindt hij zijn gezin heel belangrijk. Dat zie je terug in zijn posts. Mensen met kinderen kunnen zich met de Oranje-aanvoerder identificeren. En dat vinden zijn sponsoren dan weer interessant. De truc is echt: kom dichtbij. Dus geen Proshots-foto’s met een tekst erin zoals je wel bij voetballers ziet, maar echt authentieke verhalen uit het leven van de sporter. Dat willen de sponsoren ook het liefste. Je hebt impliciete en expliciete sponsoring. Impliciet is een foto van een sporter die een vrijwilliger in het zonnetje zet op een door de sponsor georganiseerd evenement, expliciet is een banner naast een foto of filmpje. Op sociale media werkt impliciet het beste.

Uiteindelijk zullen we het nooit helemaal 100 procent overnemen, we proberen de sporters ook op te leiden. Uiteindelijk is het toch het meest authentiek als ze het zelf doen.’