Amsterdam warrig en inconsequent bij inhuur experts

Het Amsterdamse stadhuis. Foto: ANP

De gemeente Amsterdam geeft structureel te veel geld uit aan externe deskundigen. De Rekenkamer Amsterdam zet grote vraagtekens bij het beleid van de gemeente, en noemt het warrig en inconsequent. Donderdagochtend presenteerde de Rekenkamer een rapport met de titel Inhuur met beleid.

Steen des aanstoots vormen de kosten voor het inhuren van externe partijen. Dit kan gaan om onderzoekers, voorlichters, advocaten en consultants. Afgelopen jaar werd voor meer dan 237 miljoen euro uitgegeven aan externe partijen, schrijft Het Parool.

Dat is een overschrijding van 183 miljoen euro op een budget van 54,7 miljoen. Ook in 2015 werd het budget overschreden, toen met ruim 140 miljoen euro. De Rekenkamer zegt dat Amsterdam sinds 2010 structureel te veel geld uitgeeft.

‘Onvolkomen en complex’

Opmerkelijk is dat de gemeente Amsterdam zich juist heeft voorgenomen om minder geld uit te geven aan externe partijen. Het Parool schrijft dat de gemeente Amsterdam al in 2008 voornemens was om de uitgaven aan externen terug te dringen. De Rekenkamer vindt het beleid van de gemeente op dit punt ‘onvolkomen en complex’. Het college zou geen passende aandacht geven aan het inhuren van externe partijen; daarnaast worden er te veel uitzonderingen gemaakt. Op die manier is een structureel en transparant beleid ver weg.

Volgens Jan de Ridder, directeur van de Rekenkamer Amsterdam, is het beleid onvoldoende transparant. ‘Voor het inhuren van externe partijen zijn twee redenen: wanneer de capaciteit tijdelijk groter is dan de mankracht, en wanneer de kennis dermate specifiek is dat een expert noodzakelijk is. In een groot aantal gevallen worden er deskundigen ingehuurd, waar de gemeente ook gewoon iemand in dienst kan nemen. In de praktijk zie je dat externe contracten eindeloos worden verlengd.’

De Rekenkamer vindt het wenselijk dat het college van Burgemeester en Wethouders strenger wordt gecontroleerd door de gemeenteraad waar het om het inhuren van externe partijen gaat. Het college van B en W ziet daar niets in.