De economische perspectieven van Rotterdam zien er veelbelovend uit. Het aantal buitenlandse investeerders, het toerisme en de woningverkoop nemen toe.
Rotterdam Partners, het marketingbureau van de stad, meldt dat in 2016 bijna tachtig buitenlandse bedrijven zich in de havenstad hebben gevestigd of er hebben uitgebreid. Vooral de sectoren technologie, IT en voedsel, en de haven zijn gegroeid. De investeerders zijn afkomstig uit Europa, Noord-Amerika en Azië. De bedrijven hebben ruim 400 miljoen euro in de regionale economie geïnvesteerd. Dat moet de komende drie jaar 1.000 directe en 2.400 indirecte banen opleveren.
1 miljoen bezoekers
Ook de toeristenindustrie groeit. Rotterdam trok vorig jaar zo’n 1 miljoen hotelgasten, 8 procent meer dan in 2015. Ruim de helft van de bezoekers kwam uit Nederland. De meeste buitenlandse bezoekers waren Britten, Duitsers en Belgen.
Door de toenemende populariteit van Rotterdam stijgt de huizenverkoop. In 2016 werden er 24 procent meer huizen verkocht dan in 2015. Daarnaast stegen de huizenprijzen met 7 procent.
Zo’n duizend kennismigranten – personen die toestemming hebben in een land te werken op basis van hun technische of wetenschappelijke kennis – vestigden zich in Rotterdam. Ook verhuizen steeds meer gezinnen uit de vinexwijken terug naar de havenstad.
Nieuw imago
Ron Voskuilen, directeur van Rotterdam Partners, zegt dat Rotterdam in 2011 hard werd getroffen door de crisis. Rotterdam Partners wilde het imago van de stad bijstellen, gericht op positiviteit, moderniteit en innovatie. Het marketingbureau benadert actief internationale media en nodigt ze uit in Rotterdam. Gezien de toename van het aantal buitenlandse investeringen, lijkt deze strategie zijn vruchten af te werpen.
Volgens Voskuilen ligt de kracht van Rotterdam in haar eenheid. Zo werken onder meer de gemeente, het bedrijfsleven, de Erasmus Universiteit en het Erasmus Medisch Centrum nauw samen om de lokale economie te versterken. Voskuilen benadrukt dat de burger en het bedrijfsleven hierbij centraal staan, en in mindere mate de overheid.