Het aantal mensen met een bijstandsuitkering is in het eerste kwartaal van dit jaar gestegen, tot 474.000. Dat zijn er 15.000 meer dan een jaar eerder.
Het aantal bijstandstrekkers met een niet-westerse migratieachtergrond is toegenomen, terwijl het aantal met een Nederlandse of westerse achtergrond is gedaald, zo blijkt uit de nieuwste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Niet-westerse achtergrond
Eind maart kwam het aantal bijstandsgerechtigden met een Nederlandse of westerse achtergrond bijna 4.000 lager uit dan een jaar ervoor. Het was het tweede kwartaal op rij dat deze groepen minder bijstandstrekkers tellen. Tussen maart vorig jaar en maart dit jaar is het aantal bijstandsontvangers met een niet-westerse achtergrond met ruim 19.000 man toegenomen.
Volgens het CBS gaat het voor een aanzienlijk deel om asielzoekers met een verblijfsvergunning. Het grootste deel bestaat uit Syriërs, gevolgd door Eritreeërs. Asielzoekers kunnen na het verkrijgen van een verblijfsvergunning een beroep op de bijstand doen, en omdat ze veelal geen baan hebben, doen ze dat vaak ook.
Veel Nederlandse organisaties maken zich al langer zorgen over de werkloosheid onder asielzoekers. Vooral de taalbarrière is een groot probleem. Ook blijkt dat een aantal asielzoekers met een verblijfsvergunning in Nederlandse asielzoekerscentra werk weigert, omdat zij een deel van hun salaris moeten afstaan aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).
In december sloeg de Sociaal-Economische Raad alarm over de tienduizenden asielzoekers die tijdens de migratiecrisis naar Nederland kwamen. Het optimisme van het kabinet dat deze nieuwkomers snel een baan vinden, is ongegrond: slechts 10 procent komt makkelijk aan een baan. De rest is aangewezen op de bijstand.
Migranten zonder diploma komen sneller aan werk
Het COA onderzocht in augustus 2016 samen met uitzendorganisatie Randstad hoe asielzoekers het beste aan werk kunnen komen. Uit een pilot bleek dat bijna driekwart van de asielzoekers geen baan vond binnen een half jaar. Ongeveer eenachtste van de asielzoekers vond een stageplek, terwijl minder dan 15 procent een vast contract kreeg aangeboden.
Meer nieuws, elke dag in je inbox? Meld je aan voor Elseviers nieuwsbrief >>
Opvallend is dat migranten zonder diploma’s sneller een baan weten te vinden. Hogeropgeleiden moeten grotere obstakels overwinnen. Ze hebben weliswaar diploma’s uit hun land van herkomst, maar in veel gevallen moeten ze in Nederland opnieuw naar school om die te verzilveren.