De fiscus moet minder politiek worden. Die oproep doen de oud-staatssecretarissen van Financiën Martin van Rooijen (nu 50Plus) en Willem Vermeend (PvdA). Het nieuwe kabinet moet ingrijpen en ervoor zorgen dat de Belastingdienst weer wordt gerund door een belastingspecialist.
De Belastingdienst kwam de afgelopen jaren keer op keer negatief in het nieuws: van datalekken en een te ruime vertrekregeling tot geknoei met aftrekposten en toeslagen. Een groot deel van de problemen vloeien direct voort uit beslissingen in Den Haag, dat ‘van alles en nog wat bij ons over de schutting gooit’, aldus ambtenaren tegen de Volkskrant.
Vertrekregeling
Dat blijkt duidelijk uit het beleid van de huidige staatssecretaris Eric Wiebes (VVD). Dat lag de afgelopen kabinetsperiode bijna steevast onder vuur. Wiebes kreeg felle kritiek op het geblunder rond de vertrekregeling: veel ambtenaren moesten vertrekken, om ruimte te maken voor jongere medewerkers. Veel ambtenaren die vlak voor hun pensioen stonden of de pensioengerechtigde leeftijd al gepasseerd waren, maakten gebruik van de regeling. Zij kregen een vertrekpremie die kon oplopen tot 75.000 euro. Dat kostte de Belastingdienst veel meer geld dan was begroot.
‘Staatssecretaris moet belastingexpert zijn’
Maar ook vanwege belastingtechnische blunders moest Wiebes door het stof. Dat komt volgens Van Rooijen doordat de dienst een ‘politiek speeltje’ is. Den Haag begrijpt niet wat er werkelijk gaande is, en zou de leiding van de dienst aan belastingexperts moeten overlaten. ‘De belastingdienst is een moeilijk te temmen beest, met niets bij de overheid te vergelijken,’ aldus Van Rooijen.
Van Rooijen (tussen 1973 en 1977 staatssecretaris in het kabinet-Den Uyl) roept het kabinet op de Belastingdienst drastisch te hervormen. Dat de fiscus nu meer is onderworpen aan de politiek dan in de vorige eeuw, ligt volgens Van Rooijen aan het verantwoordelijke bewindslid. ‘De staatssecretaris van Financiën was altijd een belastingspecialist, tot in 2000 Wouter Bos die post kreeg. Toen werd het politieker.’