Huizen in Amsterdam behoren tot het meest overgewaardeerde vastgoed ter wereld. De kans op een huizenmarktzeepbel in de hoofdstad is aanzienlijk.
Dat blijkt uit de jaarlijkse zeepbel-index van de Zwitserse zakenbank UBS.
Waar de Amsterdamse huizenmarkt vorig jaar nog alleen werd aangeduid als ‘overgewaardeerd’, treedt de stad nu toe in een lijstje van wereldsteden met een zwaar overgewaardeerde vastgoedsector.
Boven San Francisco
Op de index waar alles boven 1,5 een grote kans op een zeepbel heeft, scoort Amsterdam 1,59. Daarmee staat de stad in een rijtje met steden als Toronto (2,12), Stockholm (2,01), München (1.92) en Londen (1,77).
Meer huizenmarkt-nieuws: zelfs de Amsterdamse huizenzoeker zegt nu ‘bekijk het maar ouwe’
Opvallend is dat Amsterdam wereldsteden als Parijs (1,31), Los Angeles (1,13) en zelfs San Francisco (1,26) voorbij is gestreefd als het gaat om een overgewaardeerde huizenmarkt.
Lage rente
De bank noemt drie redenen voor het ontstaan van de zeepbel: de lage rente, groeiende rijkdom en een te laag bouwtempo om aan de groeiende populatie tegemoet te komen.
In het geval van Amsterdam speelt bovendien mee dat er relatief weinig particulier vastgoed beschikbaar is ten opzichte van de vraag.
De gemiddelde verkoopprijs van een huis in Amsterdam steeg in twee jaar tijd met ruim 30 procent. Gemiddeld kost een huis in de hoofdstad zo’n 370.ooo euro. Dat is fors meer dan het landelijke gemiddelde van 258.000
Zeven jaar werken
Een Amsterdammer moet gemiddeld zo’n zeven jaar werken om een appartement van 60 vierkante meter te kunnen bekostigen. Dat is een stuk minder dan bijvoorbeeld Hong Kong waar iemand twintig jaar moet werken voor een vergelijkbaar oppervlakte.
Volgens UBS is het in Amsterdam ‘opvallend’ dat inkomens sinds 2008 met de huizenprijzen zijn meegegroeid. Op korte termijn wordt het risico op sterke prijscorrecties om die reden beperkt, aldus de bank.