De eurocrisis is voorbij, maar de oorzaken bestaan nog steeds, stelt de Britse econoom John Kay. Hij vindt dat Europese banken er slechter voor staan dan veel mensen denken. Een interview over het optimisme in Europa, de Brexit en ongelijkheid.
Elsevier Weekblad spreekt Kay, hoogleraar in Oxford en columnist in zakenkrant The Financial Times als hij op bezoek is bij bank en vermogensbeheerder Kempen & Co. Sinds hij in 2015 felle kritiek uitte aan het adres van de financiële sector in zijn boek Other People’s Money (Geld van Anderen) wordt hij ‘minder enthousiast’ ontvangen bij banken, vertelt hij.
Bij vermogensbeheerders is de ontvangst nog het hartelijkst: ‘ Ik denk dat veel vermogensbeheerders hun werk liever anders zouden willen doen dan ze nu doen.’ Elsevier Weekblad spreekt Kay over optimisme in Europa, de Brexit en ongelijkheid.
Optimisme in Europa
‘De problemen in Europa zijn niet verdwenen, alle optimisme ten spijt. Banken liggen aan het infuus van de Europese Centrale Bank. Als de ECB ophoudt met geld bijdrukken, komen ze onmiddellijk in de problemen. Ze moeten dan meer betalen om geld te lenen.
‘Dit gaat niet alleen maar om een paar Italiaanse banken. Het probleem is veel wijdverbreider dan een paar rotte appels in de mand. Ik denk daarom dat de ECB nooit kan stoppen met geld bijdrukken.
‘Ik ben voor Europese samenwerking, maar in de eurocrisis is wel duidelijk geworden dat de integratie te ambitieus is geweest. De oorzaken van de crisis zijn nauwelijks aangepakt.
‘De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben ervoor gezorgd dat hun banken meer reservekapitaal aanhouden. Dat is in Europa veel minder gebeurd. Ik heb ook het idee dat de ECB van alle centrale banken het minst kieskeurig is geweest met wat het heeft gekocht op de financiële markten.’
Brexit
‘In de acht maanden voor de Tweede Wereldoorlog begon, had je de Schemeroorlog. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hadden na de Duitse invasie in Polen de oorlog verklaard aan Duitsland. Iedereen wist dat er dingen gingen gebeuren, maar er gebeurde niets.
‘De Brexit is een beetje vergelijkbaar. Mensen in de zakenwereld en de overheid zitten in een ontkenningsfase. Ze denken dat het alles zal blijven gaan zoals het ging.
‘Aan een voorspelling waag ik me niet. Ik kan me amper voorstellen hoe Brexit zich zal voltrekken. Het hangt af van de regerende conservatieven, maar wat in die partij gebeurt is niet bemoedigend.
‘Als je ze vraagt hoe ze problemen precies willen oplossen, vervallen ze in algemeenheden. Het is een grote politiek puinhoop.’
Ongelijkheid
‘Ongelijkheid is een beetje een gekke discussie. Waarom was Thomas Piketty’s boek, Kapitaal in de eenentwintigste eeuw, zo populair? Het is onleesbaar, de meeste mensen hebben het niet gelezen. Maar het sluit aan bij wat mensen denken: ongelijkheid is slecht.
‘Mark Zuckerberg heeft 50 miljard dollar. Waar komt dat vandaan? Dat is geen echt geld, het is de waarde van zijn aandelen, die is gebaseerd op het geloof van aandeelhouders dat Facebook in de toekomst nóg veel meer geld gaat verdienen aan onze kinderen en kleinkinderen. Zuckerberg kan dat geld niet uitgeven.
‘En dan vraag ik me af: waarom zitten we onszelf zo op te winden? Geeft zijn rijkdom hem macht? Zeker niet zo veel macht als zijn baan als baas van Facebook hem geeft.’