De economie gaat als een tierelier, de rente blijft laag en het huizentekort neemt alleen maar toe. Ook in 2018 zullen de huizenprijzen verder stijgen.
2017 was een goed jaar voor huiseigenaren. Zij zagen de waarde van hun huis met gemiddeld 7,5 procent stijgen. Bij een gemiddelde woningwaarde van 268.000 euro (CBS) betekent dat een winst van ruim 20.000 euro. Op papier weliswaar, maar het geeft toch een goed gevoel.
Top niet in zicht
Huizenprijzen zijn al aan het stijgen sinds halverwege 2013. Het lijkt erop dat de top nog niet in zicht is. Volgens de meeste experts blijven de prijzen ook volgend jaar nog stijgen, al zal het iets minder hard gaan dan afgelopen jaar. ABN Amro en ING schatten de stijging rond de 6 procent, de Rabobank is optimistischer met 7 procent.
Stijgende huizenprijzen zijn goed nieuws voor de economie. Huiseigenaren met een stijgende overwaarde voelen zich zekerder en geven meer uit. De keerzijde is dat het voor huizenkopers steeds moeilijker wordt. Vooral voor starters, die vaak nog niet veel hebben kunnen sparen, is het in de populaire gebieden nagenoeg onmogelijk om zonder hulp een huis te kopen.
Lage rente
Toch blijven koophuizen, ondanks de stijgende prijzen, voor velen nog steeds betaalbaar. Dit is te danken aan de extreem lage hypotheekrente, een direct gevolg van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank die geld blijft bijdrukken om de inflatie aan te jagen.
De ECB heeft aangekondigd dat het opkoopprogramma van staatsobligaties in elk geval doorgaat tot september 2018. Analisten van Rabobank verwachten dan ook dat de hypotheekrente in 2018 gelijk blijft of zelfs nog wat gaat dalen. ING en ABN Amro verwachten een lichte stijging. Het blijft dus ook in 2018 nog steeds heel goedkoop om een hypotheek af te sluiten. Weliswaar wordt het maximale leenbedrag in 2018 verder afgebouwd tot maximaal 100 procent van de woningwaarde, maar de meeste experts verwachten dat dit vanwege de lage rente nauwelijks effect zal hebben.
Krappe markt
Aangezien de economie floreert en meer mensen een baan vinden, neemt het aantal potentiële huizenkopers toe. Dit verhoogt de druk op de krappe huizenmarkt. De vraag naar koophuizen neemt veel harder toe dan het aanbod. Het afgelopen jaar wordt nog een recordaantal huizen verkocht. Waarschijnlijk worden het er zo’n 245.000 (15 procent meer dan in 2016), maar volgend jaar is het gedaan met de pret.
Analisten verwachten dat het aantal verkochte huizen met ongeveer 5 procent zal afnemen. Er zijn eenvoudigweg niet genoeg huizen om te kunnen voldoen aan de vraag. De huizen zijn er wel, maar ze staan niet te koop. Wie nu zijn huis verkoopt, kan weliswaar een flinke klapper maken, maar moet vervolgens zelf ook veel meer betalen voor een ander huis. Bovendien wachten veel huiseigenaren bij stijgende prijzen liever nog even af totdat ze nog meer kunnen krijgen.
De enige optie is dus nieuwbouw. Maar ook de bouwproductie, bijna volledig stilgelegd in de crisis, loopt nog altijd achter op de vraag. De verwachting is dat de bouwproductie pas in 2020 op peil zal zijn. Tot die tijd blijft het dringen op de koopwoningmarkt. En zolang de hypotheekrente laag blijft en er voor kopers geen alternatief wordt geboden (huurwoningen in het middensegment) stijgen die huizenprijzen nog wel even door.