De Tweede Kamer bespreekt vandaag het wetsvoorstel van 50Plus om een oogje toe te knijpen bij pensioenfondsen die er niet goed voor staan. Het is een onzalig voorstel van de ouderenpartij, en dat weet zij zelf stiekem ook.
Veel grote pensioenfondsen staan er slecht voor. Als hun situatie niet verbetert, moeten de pensioenen in 2020 mogelijk worden verlaagd. Om dat te voorkomen wil 50Plus de rekenregels voor pensioenfondsen versoepelen. Zij hoeven van Martin van Rooijen niet langer met een ‘strenge’ rekenrente te rekenen, maar mogen een hoger, fictief percentage van 2 gaan hanteren. Dan gaat de zon weer schijnen voor de pensioenfondsen en hoeven de pensioenen in de toekomst niet te worden gekort.
Dus weg met de strenge kapitaaleisen?
Was het maar zo simpel. Het is alsof de politiek tegen banken zou zeggen: de strenge kapitaalseisen gaan van tafel, ga maar weer volop speculeren met risicovolle producten, terwijl de politiek tegelijkertijd tegen burgers blijft zeggen: uw spaargeld is veilig. Iedereen kan op zijn klompen aanvoelen dat daar iets niet klopt. Als deelnemers een veilig en zeker pensioen wordt aangeboden, hoort daar goed en degelijk financieel toezicht bij. Dan past het niet om de regels te versoepelen, omdat daardoor mogelijk, in de toekomst, de pensioenen moeten worden verlaagd.
Lees ook het interview met René van de Kieft: We rekenen onszelf arm met ons pensioen
Verfoeide rekenrente
‘Goedkoop,’ noemde pensioenuitvoerder René van de Kieft de stellingname van 50Plus in het pensioendebat vorige week in een interview met Elsevier Weekblad. Ook Van de Kieft hekelt de strenge rekenrente. Maar hij is tenminste eerlijk dat deze alleen is af te schaffen als we accepteren dat daarmee de pensioenen onzekerder worden.
De door Martin van Rooijen zo verfoeide rekenrente kan alleen worden aangepast als deelnemers te horen krijgen dat pensioenen daardoor een stuk risicovoller worden. Van Rooijen zelf erkende dat vorig jaar ook tegenover Elsevier Weekblad.
Zeker pensioen
‘Zonder rekenrente kunnen de pensioenen sneller worden verhoogd. Als ze dan een keer moeten worden verlaagd, is dat ook minder erg,’ zei Van Rooijen toen. Hij gaf ook aan niet bang te zijn dat ouderen de huidige zekerheid van het pensioenstelsel (een vast bedrag op het Uniform Pensioenoverzicht!) juist waarderen en eraan vast willen houden.
Van Rooijen snapt het pensioenstelsel en de rekenregels die daarbij horen veel beter dan menig criticus denkt. Daarom is het zonde dat hij nu een voorstel doet waarbij hij én zijn taart wil opeten én haar tegelijkertijd wil bewaren. Van Rooijen weet dat dat niet kan, maar is kennelijk bang dat aan zijn kiezers te vertellen.