De Top 500 heeft dringend werknemers nodig. De grootste bedrijven van Nederland – de lijst is samengesteld met dataleverancier Bureau van Dijk – hebben 42.000 vacatures uitstaan: van medewerker kruidenkamer tot agile coach.
Lees ook het artikel van Joris Heijn: De veranderingen voor uw portemonnee in 2019
De arbeidsmarkt brak in 2018 records. Nog nooit werd zo veel personeel gevraagd. Er was een kwart miljoen vacatures. De vijfhonderd grootste bedrijven samen zijn goed voor 42.000 vacatures, bijna één op de zes in Nederland.
Waar komt de vraag naar personeel vandaan?
Elsevier Weekblad stelde voor de zevende keer de Top 500 van grootste bedrijven van Nederland samen, gerangschikt naar omzet. Dit in samenwerking met informatieleverancier Bureau van Dijk, onderdeel van de Amerikaanse kredietbeoordelaar Moody’s.
Waarom zoeken bedrijven zo veel mensen? En wat voor banen bieden zij aan? De grootste vraag naar personeel komt van uitzendbureaus en detacheerders. Die zoeken uiteraard veelal namens andere bedrijven. Randstad (op plaats 8 in de Top 500) vraagt in Nederland bijna 3.600 mensen. Het uitzendbureau, in 1960 opgericht door Frits Goldschmeding, werd in november de grootste ter wereld en steeg afgelopen jaar vier plaatsen in de Top 500.
Dan zijn er uitzenders als YoungCapital (plaats 261), gespecialiseerd in studenten en starters, met bijna 3.000 vacatures, Olympia (255) met ruim 2.500 en Maandag, personeel voor de overheid en hekkesluiter in de Top 500, met zo’n 1.500 vacatures.
De grootste vraag naar personeel buiten de uitzendbranche komt van de grootste werkgever van Nederland: supermarktconcern Ahold Delhaize, dat 3.200 vacatures heeft. Doordat de omzet van het Belgische concern Delhaize sinds dit jaar volledig wordt opgeteld bij die van Ahold, is Ahold Delhaize gestegen naar de derde plaats in de Top 500.
Detailhandel zit te springen om personeel
Supermarkten en andere bedrijven in de detailhandel, die veel jonge, tijdelijke en deeltijdwerkers in dienst hebben, zitten te springen om personeel. Supermarktketen Jumbo (34) heeft 1.500 vacatures, en Detailresult Groep (62), het bedrijf achter supermarktketen Dirk van den Broek, heeft er 940. Bij discountketen Action (44) staan 900 vacatures uit. Zelfs het geplaagde Blokker dat door de familie te koop is gezet, heeft bijna 890 mensen nodig. Blokker daalt elf plaatsen op de lijst, naar 71.
Ook financiële en zakelijke dienstverleners vragen veel personeel, zoals accountants- en advieskantoren als Deloitte (121) en PwC (130). De grootbanken, die de afgelopen jaren veel mensen hebben ontslagen, hebben samen honderden vacatures uitstaan.
Bekijk hieronder de top 500:
Hoe Elsevier Weekblad met Bureau van Dijk de lijst van grootste bedrijven samenstelt
In de Top 500 staan de grootste bedrijven van Nederland gerangschikt naar omzet in 2017 of, als die cijfers niet beschikbaar zijn, in 2016. De omzet-, winst- en personeelscijfers komen uit gegevensbestand Reach van informatieleverancier Bureau van Dijk, een onderdeel van Moody’s Analytics. De lijst is verder aangevuld met gegevens uit jaarverslagen.
Om in de lijst te komen, moet een bedrijf meer dan honderd werknemers en een hoofdkantoor in Nederland hebben. Daarom staat ook het van origine Zweedse woonwarenhuis IKEA in de lijst, op nummer 7: het hoofdkantoor staat in Leiden.
Een onderneming mag eigendom zijn van een buitenlandse partij, zolang die niet in dezelfde branche zit. Aangenomen wordt dat het bedrijf dan zelfstandig kan opereren. Dit geldt bijvoorbeeld voor koekproducent Continental Bakeries (op nummer 254), dat in handen is van de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs.
Het Amsterdamse Booking.com staat dan weer niet in de lijst omdat het eigendom is van de Amerikaanse branchegenoot Priceline. Als Nederlandse bedrijven voor meer dan 50 procent eigendom zijn van branchegenoten, wordt aangenomen dat de omzet van het dochterbedrijf in die van het moederbedrijf is geconsolideerd. Tenzij het jaarverslag anders vermeldt.
Tot de omzet worden gerekend: alle inkomsten die voortvloeien uit de hoofdactiviteit van het bedrijf. Bij verzekeraars als Klaverblad (nummer 320) bestaat dit uit de bruto premie-opbrengsten plus beleggingswinsten. Beleggen is voor die bedrijven onderdeel van het bedrijfsmodel. Bij banken gaat het om de bruto rente-inkomsten en de provisies. Bij supermarktketens als Jumbo Groep (34) geldt gewoon de kassa-omzet.
Van elk bedrijf is het aantal vacatures in Nederland vermeld. Dit getal is vastgesteld op basis van vacatures op wervingswebsites.
De peildatum voor de omzet-, winst- en personeelscijfers is 31 augustus 2018. De peildatum voor de vacatures is 15 oktober 2018.
Bij uitzendbureaus als Olympia (op nummer 255) staat het totaal aantal vacatures vermeld dat die bedrijven hebben uitstaan, ook namens hun opdrachtgevers. Het bleek veelal niet mogelijk om de vacante banen bij uitzendbureaus te isoleren van de vacante banen die uitzendbureaus bij opdrachtgevers beogen op te vullen.
Hogere salarissen
Bij industriële en technologiebedrijven is de vraag eveneens groot. VDL Groep (op plaats 39), vooral bekend van VDL Nedcar dat BMW’s en Mini’s assembleert, vraagt bijna 430 mensen. ASML heeft er bijna 400 nodig en ICT-dienstverlener Centric heeft bijna 290 vacatures.
Het personeelstekort is zo omvangrijk dat dit bedrijven – en dus de economie – schaadt. Zo’n 26 procent van alle bedrijven kampt met personeelsgebrek, bleek in november uit de Conjunctuurenquête Nederland van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Vooral in de zakelijke dienstverlening, bouw, ICT en transport is het moeilijk om mensen te vinden. De Top 500 had dus nog hogere omzetten en winsten kunnen halen als er genoeg gekwalificeerd personeel was.
Als bedrijven een personeelstekort hebben, lijkt de oplossing simpel: hogere salarissen. Zo haal je mensen wel over om voor je aan het werk te gaan. Dit gebeurt ook. Het Centraal Planbureau (CPB) raamt voor 2018 een loonstijging van gemiddeld 2,8 procent. Maar het lijkt erop dat die stijging vooral terechtkomt bij de toch al beter betaalden.
Veel stakingen in 2017
In veel sectoren wordt namelijk gestaakt om hogere lonen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) was het aantal stakingen in 2017 het hoogste in 29 jaar. Waar blijven de salarisverhogingen voor die groepen?
Werkgeversorganisaties roepen op om de inkomstenbelasting te verlagen om werken lonender te maken, of tot uitbreiding van de schooltijden en die van de naschoolse opvang. Kunnen werkgevers zelf niet meer uitgeven aan salarissen, is dan de vraag.
Het geld lijkt er wel te zijn. De bedrijven in de Top 500 maakten gezamenlijk ruim 67 miljard euro winst. Maar dat is gerekend over hun wereldwijde activiteiten. Bovendien is bijna eenvijfde van die som afkomstig van Shell, dat qua grootte alle andere bedrijven in de lijst in de schaduw zet.
Niet alle bedrijven kunnen zich hogere salarissen veroorloven
Het beeld valt bovendien anders uit als je naar individuele sectoren kijkt. Neem de bouw, een sector die om personeel verlegen zit. Het gemiddelde bouwbedrijf in de lijst maakte een winst van 13 miljoen euro. Dat is flink onder de gemiddelde winst in de Top 500: die is 112 miljoen euro. Daarin is de winst van Shell niet meegenomen, omdat dit bedrijf zo groot is.
Of kijk naar de transportsector, die ook moeite heeft om mensen te vinden. Het gemiddelde transportbedrijf maakt slechts 12 miljoen euro winst. Niet alle bedrijven die mensen nodig hebben, kunnen zich hoge salarissen veroorloven. De internationale concurrentiedruk is te groot. Vandaar dat veel ondernemingen Oost-Europese werknemers inhuren: die zijn goedkoop. Dan hoef je geen salarisverhoging te bieden om aan werknemers te komen.
Maar bedrijven in andere sectoren maken wel fraaie winsten, zoals de eerder genoemde zakelijk dienstverleners – gemiddelde winst per Top 500-bedrijf: 41 miljoen euro. Maar ook accountants en ICT-adviseurs kunnen geen personeel krijgen. Dit komt deels doordat personeel met de juiste opleiding in Nederland niet is te vinden.
Veel vacatures worden door buitenlanders opgevuld
Wat doen bedrijven dan? Hetzelfde als ondernemingen die weinig winst maken: ze kijken naar het buitenland. Zoals de vele Engelse functietitels al verraden, worden veel vacatures door buitenlanders ingevuld.
Zo adverteert beurshandelshuis Optiver (plaats 122) voor een C++ software developer – een ICT-functie – waarbij het bedrijf meldt dat het zal optreden als referent voor een werkvisum en het de eventuele verhuizing naar Amsterdam betaalt. De rode loper wordt uitgerold voor buitenlandse werknemers. Ook accountants- en adviesbureaus als KPMG (op plaats 202) werven in het buitenland om de vele vacatures te vullen.
Dat er internationale werknemers op Nederlandse banen afkomen, is logisch. Veel bedrijven in de Top 500 hebben wereldwijd vestigingen. Als een Indiër in zijn thuisland bij Unilever werkt en daar opklimt, komt hij op zeker moment in Nederland op het hoofdkantoor terecht. Omgekeerd geldt dat Nederlanders zich bij de vele hier gevestigde multinationals snel kunnen ontwikkelen en opwerken: de Top 500 als leerschool voor talent.
Opvallend is dat de bedrijven in de Top 500 niet zozeer op zoek lijken naar mensen die iets maken, doen of verkopen. Al zijn die vacatures er nog wel, zoals bij infrastructuur-aannemer Van Gelder Groep (245) bijvoorbeeld, die een monteur openbare verlichting zoekt. En de Zwanenberg Food Group (217), die vroeg om een medewerker kruidenkamer voor de fabriek in Oss – bij deze inmiddels vervulde vacature ging het om iemand die kruidenmengsels bereidt ‘voor soep en saus’.
ICT’ers gezocht
Maar het merendeel van de gevraagde werkzaamheden is abstracter van aard. De bedrijven in de Top 500 zoeken vooral mensen die kunnen plannen, analyseren, verifiëren of automatiseren. Zo komt het bijna niet voor dat een bedrijf in de Top 500 geen ICT’ers nodig heeft. Vacatures te over, of het nu gaat om een applicatiebeheerder (voedselverwerker Vezet op plaats 244), een agile mobile developer (NS, plaats 37) of een DevOps engineer standard virtualization 1 & 2 (ING, plaats 6).
Er zijn dan ook veel vacatures voor mensen die de automatisering in goede banen leiden. Zoals een product owner, iemand die de ontwikkeling van een product of dienst overziet. Onder meer ANWB (99) vraagt erom. Of een agile coach – iemand die teams adviseert over de werkmethode Agile. Onder meer koffiebrander Jacobs Douwe Egberts (35), verzekeraar NN Group (13) en pakkenwinkelketen Suitsupply (325) hebben agile coaches nodig.
Ook veelgevraagd: mensen die ervoor zorgen dat bedrijven zich aan de regels houden. Koelopslagbedrijf Kloosterboer (484) vraagt een customs & compliance specialist. Die ziet erop toe dat douaneregels worden gevolgd. Unilever (plaats 5) wil een global regulatory affairs assistent manager – die ervoor zorgt dat de levensmiddelen van het bedrijf wereldwijd aan de regels voldoen.
Unilever wilde dit jaar de bedrijfsstructuur versimpelen van Brits-Nederlands naar Nederlands, maar dat was tegen het zere been van Britse aandeelhouders, iets wat scheidend CEO Paul Polman had onderschat. Volgens de huidige criteria blijft Unilever onderdeel van de Top 500. Het hoofdkantoor staat in Rotterdam. Wel daalt het bedrijf twee plaatsen.
Abstract werk
Een laatste categorie die veel wordt gezocht door Top 500-bedrijven: mensen die nagaan wat klanten willen. Wat resulteert in vacatures als marketing performance consultant (bij Ahold Delhaize-dochter Albert Heijn), market analysis & forecasting analyst (Philips, plaats 14) of loyalty and customer relationship manager (lingerieketen Hunkemöller, plaats 205). Zulk abstract en gespecialiseerd werk betaalt heel goed, maar er is niet genoeg aanbod.
Duidelijk is dat Nederlandse bedrijven wel varen bij de internationale markt voor personeel. Sommige bedrijven waren waarschijnlijk niet zo groot geworden als ze geen specialistische kennis en vaardigheden uit het buitenland hadden kunnen halen, zoals het eerder genoemde beurshandelshuis Optiver. Maar ook veel bedrijven profiteren ervan dat ze een beroep kunnen doen op mensen die tegen lagere lonen werken.
Tegelijk staan er 1,4 miljoen mensen aan de kant: in de WW, in de bijstand. De beschikbaarheid van buitenlandse werknemers zorgt er ook voor dat bedrijven niet hoeven te investeren in Nederlandse werklozen, die dus aan de kant blijven staan.
Oud-FIFA-voorzitter Sepp Blatter stelde ooit voor elk voetbalelftal maximaal vijf buitenlanders te laten opstellen, om de teams te stimuleren in eigen land aan talentontwikkeling te doen. Wie weet ook een idee voor het bedrijfsleven.