In memoriam Arnold Heertje: ‘Ik blink uit als lastpost’

Arnold Heertje. Foto: ANP.

Tientallen jaren sprak econoom Arnold Heertje zich uit over alles eigenlijk. Hij paarde grote kennis aan evenveel geldingsdrang, maar had ook zelfspot. ‘Bijna alles wat ik schrijf, wordt niet opgemerkt.’ Zaterdag 4 april overleed Heertje op 86-jarige leeftijd.

Nollie van Wijk, zo heette de Jood Arnold Heertje toen hij als kind van 8 moest onderduiken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voor die tijd was hij een stout jongetje, zei hij zelf. ‘Onhandelbaar, moeilijk.’ Echt een kwajongen, zo één die fikkies stookte, die een keer ondersteboven moest worden gehouden, omdat hij een schroef had ingeslikt. Heertje overleed zaterdag 4 april. Hij is 86 jaar geworden.

Heertje werd in 1942 gescheiden van zijn ouders en kwam terecht bij gereformeerde mensen in de Haarlemmermeer. Steeds naar een ander adres, naar andere gezinnen. Hij ging mee naar de kerk, leerde bidden. ‘Mijn naam zit in jullie gebedje,’ zei hij. Heertje. Het geloof en de armoede van zijn onderduikadres maakten grote indruk. Eerst wilde hij predikant worden, later ontdekte hij dat er zoiets was als economie. Op zijn 9de vroeg hij aan een dominee: ‘Wat is armoede?’ Het antwoord was: ‘Dat heeft met economie te maken.’

Hij kon nooit praten over hereniging met ouders na Tweede Wereldoorlog

Na de oorlog werd Heertje herenigd met zijn ouders, die de oorlog hadden overleefd, een groot deel van zijn familie niet. Over die hereniging kon hij bijna niet praten, ook decennia later niet. Te emotioneel.

Heertje ging economie studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Op zijn 22ste haalde hij zijn doctoraal cum laude. Vier jaar later promoveerde hij, weer cum laude. Zijn proefschrift verscheen als handelseditie: De prijsvorming van consumptiegoederen op oligopolistische markten.

Hij werd hoogleraar staathuishoudkunde aan de Universiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleraar geschiedenis van de economische wetenschap. Heertje ging in 1999 met emeritaat. Dat vond hij geen drama. ‘Ik ga gewoon door met waar ik nog meer goed in ben: lezen, schrijven en publiceren.’

Heertje schreef standaardwerken en vond lesgeven geweldig

Heertje schreef standaardwerken over zijn vak, schoolboeken die decennialang werden gebruikt in het onderwijs. De kern van de economie kende talloze herdrukken. Lesgeven vond Heertje geweldig, hij bleef het tot op hoge leeftijd doen. Gratis en voor niks. Hij zorgde ervoor dat economie een vak werd op middelbare scholen. Misschien is dat wel zijn grootste prestatie – een axioma of een diep, alles veranderend inzicht over zijn vakgebied heeft hij niet geformuleerd. Heertje zag economie als een objectieve wetenschap, en zijn lesmethode ook. Eén van zijn studenten, Joop Krant, roemde zijn kwaliteiten als docent. Heertje was ‘frivool en geestig’. En origineel. Een college kon beginnen met de hoogleraar op zijn knieën. ‘Ik ben een koe!’ brulde hij. ‘Ik ben zojuist gestruikeld over een ijzerdraadje. Ik heb mijn poot gebroken. Wat betekent dat voor de economie?’

Heertje vond dat economie maar deels met geld te maken had. ‘Het gaat uiteindelijk om de behoeftebevrediging van de mensen nu en straks. Daar hoort alles bij wat voor de mensen van belang is. Boter, kaas en eieren, maar ook de luchtkwaliteit, de bescherming tegen hoog water, de beschikbaarheid van voldoende drinkwater. Alles eigenlijk,’ zei hij tegen de Volkskrant in 2009.

Heertje was zo’n beetje dé econoom van Nederland. In 1977, het jaar waarin de derde druk van zijn boek Echte economie verscheen, haalde hij de destijds zeer populaire Bescheurkalender van Kees van Kooten en Wim de Bie – in de spelling van toen:

‘Niemand schilt zo economies een peertje

Als professor Arnold Heertje.’

Maar hij deed meer. Want als economie over alles gaat, kun je je ook over alles uitspreken en over alles een mening hebben. Heertje, altijd kritisch lid van de PvdA waarvan partijleider Joop den Uyl hem lid had gemaakt, sprak zich uit over politiek, over morele kwesties, hij had overal een mening over en liet die graag horen.

Henk Bontebal

Heertje was commentator en columnist in onder meer Het Parool, Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer, en becommentarieerde ook zichzelf, onder het pseudoniem Henk Bontebal. ‘Elke keer als ik weer een stuk van Henk Bontebal wist te publiceren, kwamen mijn vader en ik niet meer bij van het lachen.’

Hij gaf zijn mening over de kwesties van zijn tijd: tegen de aanleg van de Betuwelijn, tegen de Amsterdamse Noord/Zuidlijn, tegen het doortrekken van de A15 bij Zevenaar; kwesties waar ‘doorsnee’-economen zich niet of amper mee bezighielden. De vervolging van Geert Wilders vanwege diens oproep tot ‘minder, minder’ Marokkanen was volgens hem een stommiteit. ‘Uiting van een enorm intellectueel tekort. Het leidt alleen maar tot meer aandacht voor hem.’

Met zo veel geldingsdrang kan het niet anders of je komt een keer in opspraak. Dat gebeurde in 1997, toen Heertje werd aangewezen als mogelijk lek in de geruchtmakende Clickfondszaak. Tientallen mensen werden vervolgd voor beursfraude. Heertje liet zijn aandelenportefeuille beheren door commissionairshuis Leemhuis & Van Loon en wist ‘al jaren’ dat daar verkeerde dingen gebeurden, zoals handelen met voorkennis. Daarover had hij een anoniem en off the record-gesprek met de officier van justitie. Maar die gebruikte de informatie om proces-verbaal op te maken. Zo werd Heertje, tegen zijn zin, een belangrijke tipgever.

Hij maakte vaak ruzie, maar dat wilde niemand hardop tegen hem zeggen, schreef de Volkskrant in 1999 bij zijn emeritaat. Want dan kreeg je geheid ruzie. En Heertje schroomde dan niet de ruziemaker maanden met telefoontjes en brieven te achtervolgen. Hij was een moeilijke man en dat wist hij zelf ook. ‘Ik bijt mij enorm in iets vast en breek het later tot de grond toe af.’ Dat kwam, dacht hij, door zijn oorlogsverleden. ‘Een onvoorstelbaar traumatische ervaring.’

Heertje, veelschrijver, was ijdel en bescheiden tegelijk. Hij ging prat op zijn brede ontwikkeling, die veel verder reikte dan zijn vakgebied, op zijn enorme bibliotheek (12.000 boeken, waaronder veel zeldzame en eerste drukken), op zijn invloed. In 1998: ‘Tot voor kort heb ik zelf nauwelijks in de gaten gehad welke invloed ik in Nederland achter de schermen heb.’

Volgens econoom Arjo Klamer viel het wel mee met die invloed. Heertje was dan wel de meest geciteerde econoom van Nederland, ‘maar in internationale wetenschappelijke rijtjes staat hij nog niet in de top-40. Zijn bekendheid is omgekeerd evenredig aan zijn wetenschappelijke reputatie.’ Heertje noemde Klamer op zijn beurt een ‘warhoofdig’ econoom.

Heertje zag zichzelf als ‘blootlegger’, als ‘de vleesgeworden reactie’

Hij achtte zichzelf ministeriabel, maar dat kwam er niet van. Misschien waren zijn diplomatieke gaven ook niet sterk genoeg ontwikkeld. Heertje was echt een criticaster, hij zag zichzelf als ‘blootlegger,’ als ‘de vleesgeworden reactie’. Hij bleef altijd een beetje een kwajongen: ‘Ik blink uit als lastpost.’ Hij voelde zich soms miskend, maar leek daar niet onder te lijden: ‘In het algemeen is het zo, dat bijna alles wat ik schrijf, niet wordt opgemerkt,’ zei hij in 2001 opgewekt tegen Elsevier Weekblad.

Heertje had drie zoons. Twee leven nog: Eric (1960) en Raoul (1963). Patrick (1965) overleed in 1991 na een epileptische aanval, een groot verdriet waarover Heertje zei dat je erdoorheen komt. Maar je komt er nooit overheen.