Nu er een steunpakket ligt voor ondernemers om ze de crisis door te helpen, gaat minister Wouter Koolmees (D66) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid versneld verder met waar hij al mee bezig was voor de crisis: het hervormen van de arbeidsmarkt.
Want juist de crisis heeft ‘extra duidelijk gemaakt dat een groot deel van de zelfstandigen zich in een uiterst kwetsbare positie bevindt,’ analyseert Koolmees in een Kamerbrief. ‘Gebrekkige bescherming, onduidelijkheid over de kwalificatie van de arbeidsrelatie en onwenselijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden laten in het licht van deze crisis zien dat hervormingen op de arbeidsmarkt nodig zijn,’ schrijft de minister. In de loop der tijd zijn er verschillende commissies en rapporten geweest met aanbevelingen voor de hervorming van de arbeidsmarkt. Waar gaat het kabinet mee aan de slag? En wat is de stand van zaken?
Geen uurtje factuurtje
In ieder geval komt er geen minimumtarief van zestien euro per uur voor zzp’ers. Het doel van zo’n tarief was om ‘kwetsbare zelfstandigen aan de onderkant van de arbeidsmarkt’ te beschermen. De maatregel was aangekondigd in het Regeerakkoord, maar daar ziet de minister nu van af, ‘omdat er geen draagvlak voor is’. Voor het vaststellen van een uurtarief moeten opdrachtnemers en -gevers onderscheid maken tussen directe uren en directe kosten (die relevant zijn voor het berekenen van het uurtarief) en indirecte uren en indirecte kosten (die niet relevant zijn voor het berekenen van het uurtarief). Dit is complex en onduidelijk en maakt het plan onuitvoerbaar.
Voor de bovenkant van de arbeidsmarkt, met een uurtarief boven de 75 euro, zou er een zogenoemde zelfstandigenverklaring komen. Die verklaring moest zekerheid geven over de arbeidsrelatie, zodat het niet met terugwerkende kracht wordt aangemerkt als een dienstverband, waardoor er bijvoorbeeld alsnog loonheffing moet worden betaald. Maar ook deze zelfstandigenverklaring komt er niet, om dezelfde redenen als bij het minimumtarief.
Webmodule over arbeidsrelatie
Dit was niet het enige plan van het kabinet. Wat komt er nog wel? Er moet duidelijkheid komen over de definitie ‘arbeidsrelatie’. Daar pleiten alle partijen voor, waaronder de commissie Regulering van Werk onder leiding van voormalig topambtenaar Hans Borstlap, de sociale partners en de overheid zelf. Het is van belang om te weten, omdat die definitie het onderscheid maakt tussen een dienstbetrekking (werknemer) of zelfstandig ondernemerschap. Die duidelijkheid wil het kabinet geven door een webmodule te ontwikkelen. Aan de hand van vragen in die webmodule komt naar voren of de arbeidsrelatie wordt gezien als dienstbetrekking of niet.
Als er geen sprake is van een dienstbetrekking, dan ontvangt de opdrachtgever een zogeheten opdrachtgeversverklaring. Die moet worden gehonoreerd door de Belastingdienst en daarmee is de opdrachtgever gevrijwaard van het betalen van loonheffing. Honderd procent waterdicht is zo’n webmodule niet. Zo kunnen er toch onterechte verklaringen worden afgegeven. Maar het kan ook andersom, dat er geen verklaring wordt gegeven, terwijl de opdracht wel voldoet aan de mate van zelfstandigheid.
De module is er nu nog niet. In het najaar start er een pilot voor een half jaar. Wel zijn er al verschillende tests geweest. Daaruit bleek dat er in 48 procent van de gevallen toch sprake was van een dienstbetrekking. ‘Zorgwekkend’, vindt Koolmees het.
Maar vooralsnog wordt er niet gehandhaafd op zelfstandigenconstructies die eigenlijk een dienstverband zijn. Doordat er zoveel onduidelijkheid over is, is die handhaving opgeschort tot 1 januari 2021, in de hoop dat er dan duidelijkere regels zijn. Of die opschorting nogmaals wordt verlengd, beslist het kabinet in het najaar.
Verzekeringsplicht voor zzp’ers
De onduidelijkheid over de definitie arbeidsrelatie is niet de enige reden waarom er zogenoemde schijnzelfstandigen zijn. Het is voor een werkgever fiscaal gezien veel goedkoper om een zelfstandige in te huren, dan om een werknemer in dienst te nemen. Het kabinet wil daarom de fiscale verschillen verkleinen. Om die reden wordt momenteel de zelfstandigenaftrek afgebouwd en die afbouw gaat de komende jaren door. Ook het instellen van een verzekeringsplicht tegen arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen verkleint het verschil. Wat Koolmees betreft gaat dat plan dus ook door. Hij wil het liefst dat het in werking treedt op 1 juli 2021. De sociale partners, verenigd in de Stichting van de Arbeid, hebben hier een advies over uitgebracht. Koolmees belooft voor de zomer met een reactie daarop te komen.
Ook de pensioenvoorzieningen voor zzp’ers moet beter, vindt de minister. Met de betrokken partijen wordt er nu gekeken welke mogelijkheden er zijn om in het nieuwe pensioenstelsel zzp’ers vrijwillig te laten aansluiten.
Regels voor platformwerkers
Er is nog een specifieke zzp-groep waar Koolmees zijn pijlen op richt (op advies van de Commissie Borstlap): de platformwerkers. Denk bijvoorbeeld aan de bezorgers van Deliveroo. Zij worden vooral ingezet om structurele flexibiliteit mogelijk te maken, via zzp-constructies om zo de kosten te drukken. Vooral intermediairs maken hier gebruik van, en deze markt is beperkt gereguleerd. Er is wel een poging gedaan met de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), maar die wet stamt uit de tijd van voor de internetplatforms. Daarom wil het kabinet de rechtspositie van platformwerkers versterken, door de bestaande regels ook van toepassing te laten zijn op deze platformwerkers. De details worden na de zomer bekend gemaakt.