De coronacrisis leidt tot langdurige schade aan de Nederlandse economie, concludeert het Centraal Planbureau in twee studies. De werkloosheid zal nog vijf jaar op een hoger niveau zijn en het nationaal inkomen blijft mogelijk permanent lager. Wat zeggen deze nieuwste cijfers in een reeks slechte voorspellingen over de economie?
1. Wat heeft het CPB onderzocht?
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft onderzoek gedaan naar de gevolgen van de coronacrisis voor de arbeidsmarkt en voor de gehele economie. Uit beide onderzoeken blijkt dat de economie op korte termijn verslechtert en dat herstel langzaam gaat. Het CPB gaat er in deze onderzoeken vanuit dat corona nog tot 2021 niet effectief bestreden kan worden.
Voor de arbeidsmarkt zijn de gevolgen het grootst voor mensen die nu hun werk kwijtraken of die juist op het punt staan de arbeidsmarkt te betreden. De kans om (nieuw) werk te vinden is kleiner en het salaris is lager dan voor de crisis. Het planbureau verwacht dat de werkloosheid tot in 2021 oploopt, om pas daarna af te nemen.
De economie als geheel krimpt dit jaar aanzienlijk. In het tweede kwartaal was de krimp 8,5 procent van het nationaal inkomen. Vanaf volgend jaar zal de economie weer gaan groeien. Het planbureau verwacht wel dat de krimp door de coronacrisis over vijf jaar nog niet is ingehaald.
2. Zijn er al concrete gevolgen te merken?
De Nederlandse economie krimpt sinds het tweede kwartaal van dit jaar. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek was die krimp 8,5 procent van het nationaal inkomen, 322.000 banen verdwenen. Gedurende dat kwartaal waren de grootste beperkingen van kracht in de strijd tegen het coronavirus. Zo waren onder meer kapperszaken en horeca lange tijd gesloten en waren evenementen afgelast.
Opvallend is dat tijdens de eerste 33 weken van 2019 97 bedrijven meer failliet gingen dan in diezelfde periode van dit jaar. Dit jaar gingen 2.287 bedrijven failliet. Mogelijk bleven meer bedrijven overeind dankzij de twee steunpakketten van de overheid en volgt de faillissementsgolf als de overheid de steun terugschroeft. In Den Haag wordt nog wel gesproken over een derde steunpakket voor ondernemers, maar dat zou kleiner worden dan de eerste twee.
De Nederlandse Schuldhulproute (NSR) krijgt meer hulpverzoeken dan vorig jaar. Volgens de NSR heeft ruim één op de vijf huishoudens moeite om de rekeningen nu te betalen en zal dat aantal nog fors stijgen in het najaar. De organisatie heeft sinds het begin van dit jaar meer dan 100.000 hulpvragen gehad, waar dat er vorig jaar nog 54.000 waren, schrijft RTL Nieuws.
3. Hoe uitzonderlijk is de blijvende schade aan de economie?
Het CPB verwacht dat de Nederlandse economie niet binnen vijf jaar op het niveau komt waar zij zonder de coronacrisis zou zijn geweest. Het is niet uitzonderlijk dat een economische crisis blijvende schade veroorzaakt. Het planbureau baseert zich daarbij op de vijf eerdere recessies in Nederland sinds 1900.
Crisisbestrijding is al enige tijd de topprioriteit van het kabinet. Maar hoelang houden we dat vol?
Na vier van die vijf recessies volgde geen volledig herstel van de economie. Volledig herstel betekent dat de gemiste groei van het nationaal inkomen door de recessie wordt ingehaald na die recessie. Alleen na de Tweede Wereldoorlog herstelde de economie zich wel volledig. Bij de vorige recessie, na de kredietcrisis, van 2008 tot 2010 kwam de groei van het nationaal inkomen volgens het CPB nauwelijks in de buurt van de groei voor de kredietcrisis.
4. Zal het kabinet de economie verder steunen?
Politici aan het Binnenhof bereiden zich voor op Prinsjesdag. Dan onthult het kabinet-Rutte III zijn laatste Miljoenennota voor de verkiezingen in maart 2021. Het begrotingstekort liep dit jaar door de coronacrisis onverwacht hoog op tot 68 miljard euro. Zonder coronavirus was gerekend op een begrotingsoverschot van 1,9 miljard euro.
Ondanks het begrotingstekort, en de staatsschuld die 63 procent van het nationaal inkomen bedraagt, verwacht het kabinet niet te zullen bezuinigen. Dat zei premier Mark Rutte (VVD) onlangs. Volgens Rutte ligt ‘het niet voor de hand’ om in de huidige economische situatie te bezuinigen op de overheidsuitgaven of de lasten voor burgers te verhogen met hogere belastingen. Rutte zei er alles aan te doen om de klap voor de economie zo kort mogelijk te laten duren.